in de eerste plaats voor het afslaan van de aanvallen in scheer- vluchthun neventaken zijn het bestrijden van duikaanvallen en horizontale bomaanvallen van geringe hoogte (tot hoogstens 2000 m voor het 2 cm geschut en tot hoogstens 700 m voor de mitrailleurs) Wegens de dikwijls zeer geringe hoogte van de doelen bij den aanval in scheervlucht nadert de baan tot de horizontaal van de monding. Het zal daarom dikwijls voorkomen dat in bepaalde richtingen niet meer dan 2 stukken van de batterij of van de sectie tegelijk kunnen vuren, tenzij de stukken zeer ver uit elkaar wor den geplaatst, bijv. 100 m of meer. Dit laatste zal in zeer vlakke en onbegroeide, dus overzichtelijke terreinen misschien een enkelen keer mogelijk zijn, in het algemeen verdient dit toch uit een oog punt van commandovoering geen aanbeveling. Bovendien zal het slechts zelden voorkomen dat de batterijen of secties in alle rich tingen een vrij schootsveld hebben. In dat geval moet er naar worden gestreefd te zorgen, dat in de meest waarschijnlijke aan valsrichtingen) steeds zooveel mogelijk wapens tegelijk kunnen vuren zonder elkaar in den rug te schieten, waarvoor als regel de driehoeksformatie de meest geëigende zal blijken. Het lichte 2 cm luchtdoelgeschut en de luchtdoelmitrailleurs beschikken voor het verrichten van de metingen als regel slechts over afstandmeters. Om dezelfde reden als hiervan bij de koers en snelheidsbepalers is vermeld, is het noodzakelijk dat deze afstandmeters zoo dicht mogelijk bij de batterij of de sectie worden opgesteld, zoodat ter beperking van het aantal doode hoeken ook in dit geval opstelling in de lijn tusschen twee stukken wordt aan bevolen. De stukken opgesteld in een driehoek. Bij het kiezen van de opstellingsplaatsen van de meettoestellen, waaronder dus moeten worden verstaan de vuurleidingstoestellen, koers- en snelheidsbepalers, afstandmeters e.d. toestellen ten behoeve van de vuurleiding, moet wel worden bedacht, dat de metingen moeten worden verricht voordat de batterij of de sectie tot vuren kan komen x). Deze meettoestellen moeten dus z.m. in de eerste plaats op de best uitzicht gevende punten worden opge steld, waardoor dikwijls niet geheel zal kunnen worden voldaan aan de hiervoren genoemde eischen. Ten slotte moge nog in herinnering worden gebracht, dat de vuurmonden der luchtdoelartillerie een horizontaal schootsveld hebben van 360° en het behoeft geen betoog dat het van het aller grootste belang is, dat dit schootsveld ook ten volle kan worden benut. Voor het lichte 2 cm geschut en voor de luchtdoelmitrailleurs zal dit als regel niet te verwezenlijken zijn, omdat deze stukken 1137 b Wel kunnen natuurlijk de verschillende gegevens omtrent het doel worden geschat, doch het spreekt van zelf, dat dit zeer onnauwkeurig is, en dus als een noodmaatregel moet worden beschouwd, waartoe slechts in uiterste noodzaak (uitvallen van de meettoestellen e.d.) mag worden over gegaan.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 49