in de onmiddellijke nabijheid van de te verdedigen objecten wor
den opgesteld, waardoor het schootsveld naar een of meer zijden
beperkt zal zijn. Zoo mogelijk zal dan gebruik moeten worden
gemaakt van verhoogde opstellingen, bijv. daken van gebouwen of
op speciaal gebouwde torens.
Hetzelfde geldt voor het lichte 4 cm luchtdoelgeschut, speciaal
bestemd voor de verdediging van punten van vitaal belang tegen
aanvallen in duikvlucht. Verhoogde opstelling van dit geschut zal
wegens het groote gewicht zelden mogelijk zijn.
Voor het lichte 4 cm geschut dat bestemd is om mede te werken
in het algemeene luchtverdedigingsschema van een object, alsmede
voor het middelbare en zware luchtdoelgeschut, moet een horizon
taal schootsveld van 360° worden geëischt. Voor het middelbare en
zware geschut kan er genoegen mee worden genomen, dat de
dekkingen niet hooger zijn dan 175°/oo, aangezien het vuren met
dit geschut beneden deze elevatie niet kan geschieden dan tot
groote schade en slijtage van het materieel, en dus tot uitzonde
ringsgevallen moet worden beperkt.
Uit het voorgaande volgt, dat de beste opstellingen voor lucht
doelbatterijen en secties luchtdoelmitrailleurs dikwijls zullen zijn
op heuvels.
B. De opstelling van de onderdeelen uit een oogpunt van
bescherming tegen vijandelijk vuur of bommen.
Het in dit en in de volgende hoofdstukken vermelde geldt in
hoofdzaak voor de batterijen in vaste opstellingen, doch zal zoo
veel mogelijk ook door de mobiele luchtdoelartillerie moeten wor
den toegepast.
De bescherming van de onderdeelen der luchtdoelbatterijen en
secties tegen vijandelijk vuur of bommen is uitermate moeilijk.
Immers, het horizontale schootsveld moet 360° zijn, het verticale
180° de opstellingen moeten dus van boven geheel open blijven,
in tegenstelling met de batterijen veld- of kustartillerie, welker
schootsvelden veel meer beperkt zijn. Opstellingen zooals bijv.
voor de kustbatterijen gebouwd kunnen worden, zijn voor de
luchtdoelbatterijen dan ook uitgesloten.
De eenige manier om de hier bedoelde bescherming eeniger-
mate te verkrijgen is het bouwen van verticale dekkingen, welke
echter altijd beneden de vuurhoogte van de betrokken geschut-
soort moeten blijven. Het spreekt vanzelf dat dergelijke dekkingen
slechts bescherming bieden tegen ongeveer horizontaal invallend
vuur (mits van voldoende dikte) of scherven van buiten de dek
kingen op den grond springende projectielen of bommen.
De volgende twee oplossingen zijn hierbij mogelijk of de dek
kingen, bijv. bestaande uit een verticalen betonnen ring aan de
buitenzijde aangevuld met een dikke laag aarde, op te bouwen
boven het maaiveld, óf de emplacementen zooveel mogelijk in den
1138