grond te laten zinken. Laatstgenoemde oplossing is niet alleen het goedkoopst en gemakkelijkst uit te voeren (het personeel der batterijen is hier als regel zelf toe in staat, mits voldoende tijd beschikbaar is), maar is ook de meest effectieve, daar de batte rijen dan tevens voldoende gedekt zijn tegen voltreffers van hori zontaal invallend geschutvuur. Zij is alleen niet altijd uitvoerbaar, daar de hoogte van den grondwaterstand deze oplossing somstijds onmogelijk maakt. De ingangen voor deze ingezonken opstellingen kunnen een voudig als afritten worden uitgevoerd, terwijl munitienissen en gasdichte schuilplaatsen voor het personeel in den wand moeten worden uitgegraven. Bij deze opstellingen moet rekening worden gehouden met de afwatering, bijv. in den vorm van putten gevuld met grint of iets dergelijks, dan wel, indien de batterij op een heuvel is opgesteld, in den vorm van goten of buisleidingen. Moeten de dekkingen boven op het maaiveld worden geplaatst, dan zullen ze in ieder geval zoo dik moeten zijn, dat daarin muni tienissen en gasdichte schuilplaatsen voor het personeel kunnen worden gebouwd, terwijl de ingangen moeten worden voorzien van stalen deuren van een zoodanige breedte dat het geschut hierdoor kan passeeren. Bij de mitrailleurs komt het, wegens de geringe sterkte van de bediening, het meest economisch voor één gasdichte schuilplaats te bouwen voor al het personeel van de sectie. Voor de vuurleidingstoestellen, afstandmeters e.d. commando toestellen moeten dezelfde soort dekkingen worden gebouwd, en wel voor elk toestel een eigen dekking. Bij de vuurleidingstoestel len en de koers- en snelheidsbepalers moet, behalve de gasdichte schuilplaats voor het personeel, een extra schuilplaats worden gemaakt, welke dient als werkkamer voor de commandogroep. Niet mag worden vergeten, dat ook voor den motor een eigen dekking moet worden gebouwd, bij voorkeur geheel gesloten om het lawaai te verminderen en de dekking zoo volkomen mogelijk te doen zijn, waarbij speciale aandacht moet worden besteed aan den afvoer van de uitlaatgassen, en dat alle electrische leidingen ondergronds moeten worden gelegd. C. Camouflage. Om dezelfde redenen als bij de bespreking van dekkingen is vermeld, is de camouflage van luchtdoelbatterijen zeer moeilijk. Betonnen emplacementen, gebouwen, cementen vloeren e.d. moe ten in camouflagekleuren worden beschilderd of z.m. begroeid zijn. Het is beter vloeren van emplacementen e.d., welke uit de lucht zichtbaar zijn, niet te cementeeren, doch ze samen te stellen uit karang of kalisteenen, zoodat begroeiing met gras mogelijk is. Het komt gewenscht voor het geheele omgevende terrein te laten begroeien met struikgewas of boomen tot op vuurhoogte. Stuk- 1139

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 51