ken geschut, vuurleidingstoestellen en afstandmeters moeten wor
den voorzien van takken met bladeren, welke zeer dikwijls zullen
moeten worden ververscht.
Tegen slagschaduwen moet worden gewaakt, weshalve verticale
wanden moeten worden vermeden en alle dekkingen zoowel in-
als uitwendig van zeer flauw glooiende taluds moeten worden
voorzien.
Het aanbrengen van maskers is vrijwel onmogelijk wegens het
onbeperkte schootsveld dat de stukken moeten hebben. Zij kunnen
slechts toepassing vinden op plaatsen waar het aanbrengen van
taluds onmogelijk is, dus bij de deuren van werkkamers, schuil
plaatsen en munitienissen, en bij de deuren welke als ingang
dienen voor de dekkingen.
Het is voor een goede camouflage van het grootste belang dat
de onderdeelen zooveel mogelijk onregelmatig worden opgesteld.
D. Legering en verpleging.
De batterijen veldartillerie en kustartillerie zijn er als regel
reeds eenigen tijd te voren van op de hoogte indien er moet wor
den gevuurd. Bovendien komen bij deze soorten artillerie telkens
perioden voor, waarin de bezetting niet alarmbereid behoeft te zijn.
Bij de luchtdoelartillerie is dit anders. De doelen van de lucht
doelartillerie kunnen op elk uur van den dag of van den nacht
zonder voorafgaande waarschuwing verschijnen. In dat geval moet
de batterij binnen enkele seconden zijn bezet, aangezien de lucht
doelartillerie anders niet aan haar doel zou beantwoorden. De
bedieningen moeten doorloopend alarmbereid zijn, en dus in de
onmiddellijke nabijheid van de stukken (vuurleidingstoestellen,
enz.) legeren. Deze toestand zal voor den geheelen duur van den
oorlog gedurende 24 uur per dag moeten worden bestendigd.
Het is dus voor de luchtdoelartillerie, meer dan voor eenige
andere artilleriesoort van het grootste belang, dat onderkomens
voor het personeel aanwezig zijn vlak bij de stukken enz., uiter
aard voorzien van verlichting, en dat water vlak bij de hand is,
zoodat het personeel zich niet dan sporadisch van de stukken
behoeft te verwijderen. Eveneens moeten de keukens, privaten en
badgelegenheid in de onmiddellijke nabijheid aanwezig zijn. Voor
de batterij commandant moet legering aanwezig zijn nabij het
vuurleidingstoestel, voor den ondercommandant in het midden
van de batterij. Nabij het vuurleidingstoestel moet, bij voorkeur
in de werkkamer, de telefoonverbinding aanwezig zijn met den
commandant luchtverdediging, zoodat de werkkamer, bijv. met
een gang, verbonden moet zijn met het logies van den batterij
commandant en van de commandogroep. In de motorkamer moet
een slaapgelegenheid zijn voor den motorbediende.
Bij de lichte 2 cm batterijen en de secties luchtdoelmitrailleurs
moet een onderkomen aanwezig zijn voor de geheele bezetting,
voorzien van slaapgelegenheid, licht en water.
1140