het voorbeeld der meerderen een van de voornaamste pijlers van het moreel van de minderen. Dit voorbeeld schraagt in vredestijd de tucht. Immers, zonder goed voorbeeld worden goede woorden tot een aanfluiting. Een meerdere, die voor dezelfde tekortkoming den eenen mindere wel, den anderen niet corrigeert, verliest in de oogen van beide zijn prestige, omdat beide een tekort aan zede lijken moed aannemen. Nog funester voor prestige en tucht is het gebrek aan den zedelijken moed „achter de minderen te staan", hun belangen niet te verdedigen tegenover eigen meer deren, vooral indien tevoren gedane uitingen het tegengestelde deden verwachten. Men leze in dit verband het artikel „Mijn oor- logsindrukken" van Kol. Lebaud, opgenomen in het Orgaan N.I.O.Y. 1928-'29. Het feit dat een meerdere gebrek aan karakter demonstreert, behoeft voor den mindere geen aanleiding te zijn evenzoo te handelen. Verheffend werkt het echter nimmer, daarentegen ge makkelijk „besmettend". In oorlogstijd dient de belangstelling van den meerdere voor den mindere speciaal tot uiting te komen waar het geldt zijn vitale belangen zijn „potje" en zijn rust. Dit vereischt persoonlijke bemoeienis en inspanning, maar deze worden door de gevolgen ruimschoots beloond. Inzake de kwestie rust, werd door ter Meulen (I.M.T. 1935 nr. 9) een typeerend voorbeeld vermeld. Een in 1914 in België binnen vallende Duitsche compagnie van een actief regiment onge twijfeld keurtroepen was is de eerste nachten uiterst zenuw achtig doordat niet minder dan een geheele sectie voor de nachte lijke beveiliging werd aangewezen. Hiertegenover staat de rust welke tijdens den terugtocht van een divisie (later in den oorlog) onder de manschappen van het achterhoedebataljon heerschte, doordat de commandant van dit bataljon door persoonlijke ver kenning van het terrein, slechts enkele vitale punten deed be waken. Degene, die geneigd is de waarde van den inheemschen soldaat, althans van bepaalde landaarden, niet hoog aan te slaan, vindt in het eerste voorbeeld mogelijk een aanleiding zijn oordeel te wijzigen. Na de daad dient aan het woord een groote opvoedkundige be- teekenis te worden toegekend. Het woord brengt begrip het brengt in de gedachtensfeer datgene wat er vroeger niet was en daarmee de mogelijkheid van het ontstaan en vergrooten van be langstelling en bezieling. Alvorens dit met een voorbeeld toe te lichten, een kort woord over de opvoedingsmethode, het aankweeken van gevoelens van traditie, soldateneer en korpsgeest. Ondanks den roemruchten naam is er o.i. niet veel traditie in het K.N.I.L. Traditie leeft 1146

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 58