In dezen geest, steeds de hygiënische lessen afwisselend met
opvoedkundige, wordt het onderwijs gegeven. Hierbij werd de
niet verwachte ervaring opgedaan, dat niet alleen de hygiënische
resultaten grooter zijn dan werd gedacht ondanks- de verwis
seling om de 8 maanden doch ook de parate hygiënische kennis
eerder toe- dan afneemt, ofschoon hoe langer hoe meer aandacht
1150
voeten maakt, de andere twee het gevecht aanbinden. Eén hunner
wordt spoedig ernstig gewond, waarop beide de vlucht nemen, achter
volgd door de zoons. Weer wordt gevochten. Op de vraag wie ver
moedelijk zal winnen, is het antwoord unaniem„de zoons".
„Neen, de dieven". Want de eerste zoon vocht met den ongewonden,
de tweede met den gewonden dief, die gedood wordt en vervolgens
„getjentjangd'. Doch intusschen keert de eerste dief terug om zijn
kameraden te helpen na den buit in veiligheid te hebben gebracht.
Met zijn niet gewonden collega verslaat hij achtereenvolgens de beide
zoons. Resultaatéén dief en twee zoons dood, instede van één of
meer dieven dood en twee zoons in leven, wat het geval zou zijn
geweest, indien de tweede zoon de zelfbeheersching had gehad, niet
zijn dierlijk instinct te volgen meer bloed te willen zien toen hij het
eenmaal had geroken, doch na buiten gevecht stellen van den tweeden
dief dadelijk zijn broer had geholpen.
Een kinderlijk eenvoudig voorbeeld, dat inslaat omdat het uit het
eigen leven der toehoorders is gegrepen.
Onmiddellijk hierop volgt een militair voorbeeld. Kromodikoro, de
eenvoudige Javaansche soldaat die, toen alle gegradueerden waren
gesneuveld, zelf uit talrijke wonden bloedend en nauwelijks in staat
zich op de been te houden, ziende dat de rest van de uiteengeslagen
brigade redeloos, dus reddeloos was, niet zijn instinct tot zelfbehoud
volgde, doch zich met zelfbeheersching staande hield, bevelen gaf
(welke werden opgevolgd en overgenomen) tot hij bewusteloos neer
viel. Een groot voorbeeld van zelfbeheersching van een heel eenvoudig
soldaat, die op deze wijze het leven van vele kameraden redde. School-
sche geleerdheid had hier geen baat kunnen brengen, alleen zelf
beheersching en wilskracht (terwille van het doel wordt niet verteld,
dat op een kritiek moment plotseling „de geest vaardig" kan worden,
zooals uit ervaring bekend is).
Mocht bij het spreken over zelfbeheersching om een enkelen mond
een spotglimlach zijn verschenen een Javaan kan een meedoogen-
loos spotter zijn na het verhaal van Kromodikoro is die onmid
dellijk verdwenen
Vervolgens wordt er op gewezen dat de diepere beteekenis van
vrijwel alle wajangverhalen is, den mensch aan te sporen zelfbeheer
sching te betrachten en het goede na te streven, dat het woord
„Ardjoena" beteekent „blank" (van ziel) en dat de inhoud dezer
lakons oude, diepe, onverwoestbare wijsheid is. Van oudsher is
begrepen dat schoolsche geleerdheid en kennis alleen den mensch niet
verheffen tot hooger niveau, doch dat daartoe onmisbaar zijn de zelf
tucht en de wil tot plichtsbetrachting. Door zijn plicht te doen bevordert
men zijn werklust, terwijl omgekeerd door werken de wil en de lust
daartoe geboren worden.
Hun, die twijfelen aan eigen kunnen, kan gegarandeerd worden,
dat resultaten niet zullen uitblijven indien de wil ernstig is, gezien
de ervaring bij vroegere, thans reeds overgeplaatste recrutensneller
ziek melden, dalende ziektecijfers, dalend cijfer der kindersterfte.
Spotzucht toont aan, dat iets boven het begrip en het gevoel gaat