en den Chineeschen Minister van Buitenlandsche Zaken zouden zijn mislukt. Wat die onderhandelingen beoogden wordt niet nader toegelicht. Men liet echter doorschemeren, dat de Britsche ambas sadeur de Chineesche regeering wilde overhalen vrede te sluiten met Japan, hetgeen weer in verband zou staan met een verbete ring der relaties tusschen Engeland en Japan. Het is niet gemakkelijk uit te maken, wat in al die berichten waar is en wat verzonnen. De meeste werden door de betrokken partijen onmiddellijk categorisch tegengesproken. Zoowel de Chi neesche regeering als de Russische ontkenden de militaire bezet ting van SinKiang door afdeelingen van het Russische leger. Het is ook moeilijk in te zien, welke wijziging in den politieken toestand daartoe aanleiding zou hebben kunnen geven. Mede wer den de plannen tot het sluiten van een militair verdrag door beide partijen ontkend, evenzoo het stellen van eischen aan China door de Sovjet-regeering. Van verzwakking van het gezag van Generaal OhiangKaiShih is althans naar buiten niets gebleken. Gedurende de meer dan tien jaren van zijn bestuur heeft deze bewindsman voortdu rend met moeilijkheden te kampen gehad, zoowel van de zijde van Japan, als van die der communisten, en van de leden der KuoMinTang en van zijn omgeving. Het zou niets bijzonders zijn, dat die moeilijkheden den laatsten tijd zouden zijn toegenomen daarvan is echter, zooals gezegd, niets gebleken. De beweerde gespannen toestand tusschen de regeering en den gouverneur van YünNan bestaat niet. Dat een deel van de KuoMinTang partij vrij sterk tegen het samengaan met de communistische partij gekant was en nog steeds is, van wege het groote gevaar in de toekomst, is niets nieuws. Niemand zal kunnen ontkennen, dat dat gevaar bestaat, maar de Chineesche regeering had in '37 geen keus, toen de communisten aanboden, met terzijdestelling van alle meenings- verschillen zij aan zij met de rest van China tegen de Japansche agressie te strijden. Van dat oogenblik af heeft de regeering rekening moeten houden met de belangen en de wenschen der communisten, dat kon moeilijk anders, en het natuurlijk gevolg daarvan is, dat hun invloed is toegenomen. Of echter de commu nisten bezig zijn hun woord te breken en in deze periode door communistische propaganda hun invloed op den gang van zaken trachten uit te breiden, al dan niet op bevel van Moskou, daar van is naar buiten nog niets gebleken. MaoTseTung, de leider der Chineesche communistische partij, is zoo men het oordeel van Edgar Snow (zie Red Star over China) gelooven mag te zeer doordrongen van het Japansche gevaar voor China, dan dat hij thans door politieke intriges, welke niet anders dan de eenheid van China zouden kunnen schaden, den Japanners in de kaart zou wenschen te spelen. Het feit, dat geen der talrijke persagentschappen in ChungKing ook maar met een enkel woord heeft gerept over de groote moei- 1157

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 69