C. Aan de Javabode van 20 November 1939 ontleenen wij het
volgende bericht
1174
deviezen kon beschikken, waarmede onze uitvoerproducten betaald
konden worden. Vandaar dat men een weg zocht om door het plaat
sen van groote opdrachten in Duitschland ten behoeve van eemgen
tak van Nederlandsche industrie die deviezen te verschaffen.
De bouw van slagschepen of -kruisers, welke den invoer van zware
kanonnen, geschuttorens, munitie, pantserplaten, materialen enz. zou
noodig maken, omdat dit alles hier te lande niet kan worden vervaar
digd, zou die gelegenheid wellicht kunnen bieden. Zoo is het te
verklaren, dat men in zekere kringen overtuigd raakte, dat de minis
ter van conomische zaken een der krachtigste promotors was voor
den bouw van slagschepen of -kruisers. Achter dezen bewindsman
schaarden zich begrijpelijkerwijze de groote scheepsbouwmaatschap
pijen in Rotterdam, Amsterdam en Vlissingen, die in den bouw van zeer
groote oorlogsschepen niet alleen een prachtig, in ons land nog onbe
kend werkobject zagen, maar tevens een zeer welkome gelegenheid
om in de moeilijke periode, welke voor hun bedrijf wellicht zou
aanbreken, volop werk te hebben. Een goede propaganda viel het niet
moeilijk de slagkruisergedachte verder te verbreiden en zoo vond zij
ook bij de marine een warm onthaal. De opdracht door het kabinet
Colijn aan een uitsluitend uit marine-officieren samengestelde com
missie volgde en haar rapport is onlangs aan de tegenwoordige Regee-
ring ingediend.
In het licht van het bovenstaande wordt nu zoowel de zeer een-
zijdige samenstelling der technische commissie, als de haar gegeven
opdracht, begrijpelijk en daarover wil ik in een volgend artikel een
en ander zeggen. Thans nog een enkel woord over de belangrijk
gewijzigde omstandigheden, ingetreden nadat de opdracht door het
kabinet Colijn aan de marine-commissie was gegeven.
Tusschen het cogenblik der benoeming en het uitbrengen van het
rapport brak de oorlog tusschen Duitschland eenerzijds en Engeland
en Frankrijk aan de andere zijde uit. De economische blokkade van
den vijand door de laatste mogendheden ingesteld, bracht Nederland
als strikt neutrale in een moeilijke positie, waardoor ook het econo
mische motief het stimuleeren van onzen uitvoer naar Duitschland
dat als gangmaker voor de slagkruisers van zoo groote beteekems
was geweest, in een ander licht kwam. Uit het buitenlandsch com
mentaar op het dezer dagen gepubliceerde Oranjeboek blijkt reeds
duidelijk, dat hier tal van voetangels en klemmen kunnen liggen die
tot groote omzichtigheid nopen. Het buitenlandsch beleid zal er
wellicht in nog meerdere mate dan het economische bij betrokken zijn.
Modern oorlogsmateriaal, bestemd voor het Indische Leger.
De betrokken instanties op het ministerie van Koloniën te Den
Haag blijven voortgaan het Indische Leger van modern oorlogsmate-
"Er ztjn°in denafgeloopen vijf jaren, meerendeels onder het militaire
bewind van generaal M. Boerstra, eerbiedwekkende voorraden afge
zonden en het mag bekend worden geacht, dat hierdoor de kracht
van de defensie werd opgevoerd tot een peil dat er wezen mag. Meer
malen reeds kon worden verzekerd, dat het Indische Leger is uit
gegroeid tot een apparaat dat vele andere krijgsmachten in de
SCDed^OTk!g!t'in Europa uitgebroken, is uiteraard in dit verband als
storende factor opgetreden, doch desalniettemin kon op bevredigende
wijze worden voortgegaan met het afzenden van benoodigde matena-