1178 begrooting van defensie zijn over de samenstelling der technische commissie enkele vragen gesteld en met belangstelling mag men het antwoord van dezen minister over de hem ten deel gevallen erfenis van het kabinet Colijn afwachten. „Maritieme defensie" Thans nog een enkel woord over de opdracht aan de commissie, zooals die in de regeeringsverklaring van het laatste kabinet Colijn op 25 Juli werd bekend gemaakt. Daarin werd slechts gesproken van maritieme defensie van Ned.-Indië, welke defensie de marine zoo lang zamerhand is gaan beschouwen als het terrein, dat haar bij uitsluiting van eiken anderen tak der weermacht moet zijn toebedeeld. In het artikel van 7 October jl. in dit blad „Wat is een maritieme verdediging van Ned.-Indië", heb ik het onjuiste van deze marine zienswijze aange toond en tevens, hoe het landluchtwapen in den strijd ter dus ook boven - zee een steeds belangrijker factor is geworden, zooals in den tegenwoordigen oorlog met den dag duidelijker blijkt. De beteekenis van dat luchtwapen voor de maritieme defensie kan alleen door hen, die met landvliegtuigen van moderne constructie in Indië hebben omge gaan, op de juiste waarde worden geschat en niet minder op de finan- cieele gevolgen. Wanneer dit uitsluitend aan marine-officieren wordt overgelaten, is het niet twijfelachtig, wat daarvan het resultaat zal zijn. Als men het verslag leest van de toelichting, door den luitenant ter zee Koudys van den marinestaf, onlangs na de vertooning van een marinefilm gegeven, blijkt duidelijk, hoe men in marinekringen over de militaire luchtvaart in Indië oordeelt. Blijkens een uitvoerig verslag in het Vaderland van 8 November sprak hij van de 117 bommenwerpers „die de legerluchtmacht in den schoot geworpen kreeg", terwijl tot de aanschaffing daarvan alleen op zeer deugdelijke gronden door de Indische Regeering werd overgegaan. Ook de oude fabel, dat die 117 bommenwerpers gelijkwaardig zijn aan drie slagkruisers, werd wederom opgerakeld, alhoewel het apert onjuiste daarvan door mij omstandig werd aangetoond. Waar zulke opvattingen blijkbaar in leidende marine kringen gelanceerd worden, is het niet onmogelijk, dat het rapport der technische commissie het stempel zal dragen van de booze omstan digheden, waaronder de commissie in het leven werd geroepen. Men publiceere het rapport Met het oog daarop zou het zeer gewenscht zijn, dat het rapport gepubliceerd werd, teneinde weerlegging der al te eenzijdige beschou wingen mogelijk te maken, maar de kans daarop schijnt mij niet groot na de uitlating van minister De Geer in de Tweede Kamer op 31 October jl., „dat men voorzichtig moet zijn met ambtelijke rapporten" Daarin heeft Z.Exc. volkomen gelijk, want als het rapport den bouw van slagkruisers aanbeveelt, kan de noodzakelijkheid dier schepen slechts aannemelijk gemaakt worden op grond van den onjuisten opzet van het tegenwoordige verdedigingssysteem van Indië en het ontoerei kende der thans aanwezige en nog in aanbouw zijnde weermiddelen. Daarmede is de marine in haar jongste publicaties al aardig bezig In mijn vorig artikel wees ik op de afbrekende critiek op het rapport der commissie 1920, dat o.m. door den toenmaligen chef van den marine staf, later commandant der zeemacht in Indië, A. F. Gooszen, en den directeur der hoogere marine-krijgsschool A. van Hengel onderteekend was. Hun inzicht in den zeeoorlog en de verdediging van Indië noemt de luitenant ter zee Nuboer thans ten eenenmale onjuist. Wie waarborgt het Nederlandsche volk, dat de marine later niet eenzelfde vernietigend oordeel zal vellen over het thans uitgebrachte rapport Ook over de waarde van duikbooten en vliegtuigen is het

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 90