1184 12. UIT DE VAKTIJDSCHRIFTEN. Tactiek. Vaste indeeling van vlgn. bij de art. In M. W. nr. 2 van Juli breekt een oud-artillerist een lans voor „vliegende artillerie-waarnemers". Op de bewering, dat art. om te kunnen schieten, over een goede waarneming moet beschikken, behoeven wij niet in te gaan. S. wil echter dat de artillerist, die moet schieten, zelf de lucht in gaat niet de niet-.artilleristisch opgeleide vlieger moet waarnemen en schieten neemt de artillerist zelf waar, dan zal uit de waarnemingen een veel grooter rendement worden verkregen, dan wanneer de door een niet-artillerist ver strekte waarnemingen op den grond door de artillerie moeten worden ver werkt. De artillerie-waarnemer moet een korte opleiding in het waarnemen uit vlgn. krijgen een gunstig resultaat hiervan moet worden geëischt voor de bevordering tot bij.cdt. Na enkele voorbeelden uit den wereldoorlog te hebben gegeven, waarbij vliegtuigwaarneming redding had kunnen brengen, deelt S. als zijn meening mede, dat het aanvragen van vlgn. dikwijls te veel tijd kost. „Also gebt der Artillerie eigene Flieger". Wij kunnen met S. instemmen, dat het wensehelijk is, elk art. officier te oefenen in het waarnemen uit vlgn. De noodzakelijkheid van een vaste indeeling van vlgn. bij de artillerie zien wij echter nog niet in. Is te ver wachten dat de art. behoefte aan waarneming uit vlgn. heeft en dit zal meestal het geval zijn dan kunnen zij door den A. B. beschikbaar worden gesteld en zal de uitvoering van hun taak niet meer tijd eischen, dan bij een vaste indeeling, welke beslist oneconomisch zal zijn. Het ontmoetingsgevecht. In M. W. Juli nr. 2 komen enkele Poolsche beschouwingen voor, welke v.w.b. het aanvallend vermogen van pantserverbanden thans wel eenigszins mogen worden herzien. De gevaarlijkste tegenstander wordt het vlg. geachthet is in staat marschcolonnes te vernietigen, althans hen in een zoodanigen staat te brengen, dat zij ongeschikt zijn voor het gevecht. Het gevaar van pantserkrachten is betrekkelijk het hangt geheel af van de uitrusting aan pantserafweermiddelen. Een goed uitgeruste colonne behoeft een vew.aanval niet te vreezen, mits zij zich niet laat verrassen. Wil een vew.aanval slagen, dan moet hij met een groote massa in gunstig terrein worden uitgevoerd, waarbij medewerking van het luchtwapen onontbeerlijk is. Vooral in tijd moet er tusschen de actie op den grond en in de lucht een nauw verband worden gelegd, hetgeen niet eeenvoudig is. Het vlg. valt eerst aan en dan voltooit de vew. het werk. De voornaamste voorwaarde voor succes is de verrassing. Gelukt deze niet en vindt de colonne tijd tot het aannemen van de gevechtsformatie, dan is de gecompliceerde en kostbare pantseraanval nutteloos geweest. Het zekerste middel voor de beveiliging tegen vlgn. en vewn. wordt de nachtmarsch geacht. Een div., welke bij dag marcheert en op aanraking met den vij. moet rekenen, moet zich in eenige colonnes verplaatsen, waarbij groote afstanden tusschen de batn. De mogelijkheid moet bestaan tot een snelle voorw. en zijw. ontwikkeling. Snelle meldingen door de vk.afdn. zijn van het grootste belang. In 't kort wordt bij den marsch van een div. het volgende verlangd a. Groepeering in 3 colonnes met groote afstanden tusschen de batn. waarbij men niet moet aarzelen zoo noodig ook van slechte wegen gebruik

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 96