1206 Engeland weer iets op het vuur is gezetLonden bewaarde omtrent e.e.a. tot nu toe het stilzwijgen. De in laatstgenoemd gebied tuschen het Brit- sche bestuur en de Inheemsche partijen gerezen moeilijkheden kregen nog geen oplossing, ondanks een door den Onderkoning met Gandhi gevoerde bespreking. Vermeld dient te worden, dat laatstgenoemde bij zijn landgenoo- ten op matiging aandrong en het weer instellen van de ongehoorzaamheids actie afried. De Chineesche regeering en het bestuur van de Kwo Min Tang werden gereorganiseerdde berichten terzake waren echter te vaag voor het maken van gevolgtrekkingen. Buitenlandsche steun ontvalt China meer en meer door de vermeestering van Pakhoi ontnamen de Japanners het zijn laatsten haven terwijl hun snelle opmarsch de aanvoerwegen in het Z. beperkt tot den spoorweg van Haiphong naar Yunanfu (Kunming). Ruslands rol t.o.v. China is nog steeds niet duidelijk. Eenerzijds heet het, dat Moskou's steun niet slechts gehandhaafd doch zelfs opgevoerd wordt. Anderzijds wordt echter gemeld, dat het druk bezig is, de N. randgebieden aan zijn gezag te onderwerpen terwijl een ander bericht weer luidde, dat Rusland met Italië tot de eerste staten zal behooren, die een centraal gezag van Wang Tsing-wei zullen erkennen. Toont het ook hier een Janus-kop Het voor beeld van Duitschland zal de Japanners niet aanlokken tot navolging. Gaarne zouden zij en zulks is niet meer dan logisch met de Russen komen tot een oplossing van alle hangende vraagstukken (grensregelingen; vis- scherij-overeenkomstexploitatie van N. Sachalinliefst afstand van dit gebied) de uitzonderlijk vriendelijke ontvangst van den nieuwen Rus- siche gezant spreekt in dit opzicht boekdeelen. Schot zit er in de onder handelingen echter zeker niet. Wacht Moskou zijn tijd af? Die tijd gaat dringen nu Amerika vrijwel gelijktijdig met het toegeven der Engelschen en Franschen (vermindering van de troepensterkte in N. China) een steeds onvriendelijker houding aanneemt. Anderzijds rijst de vraag, of Washington er niet te veel op heeft gespeculeerd, dat Japan geen toenadering tot Rus land zou zoeken en dientengevolge verplicht zou zijn tot een vergelijk met Amerika te komen. Hoe het zij, de verhouding tusschen de beide groote kustlanden van den Stillen Oceaan werd er in November niet beter op het aan senator Pittman toegeschreven plan, z.s.m. een voorstel in te dienen voor het instellen van een embargo op den uitvoer naar Japan, droeg daartoe het zijne bij. Met het oog op de daaraan verbonden consequenties vereischt dit plan ook zeker onze aandachtvoorloopig heeft het er echter allen schijn van, dat president Rocsevelt, wiens kansen op herkiezing met den dag stij gen, voor de uitvaardiging van dat embargo niet zoo heel veel voelt. Sch. ONDERSCHEIDINGSTEEKEN VOOR RESERVISTEN-KORTVERBANDERS. Bij Besluit v/d G.G. van 28 Nov. 1939 nr. 20 werd de kort-verband regeling (G.B. van 16 Nov. 1938 nr. 35 bijblad op stbl. nr. 14121) aangevuld met de vaststelling van een insigne (bestaande uit een rood, wit en blauw gekleurd metalen schildje, ter hoogte van 4 cm, waarop is aangebracht een goud kleurige klimmende leeuw), hetwelk de reservisten-kortverbanders gedu rende hun groot verlof als onderscheidingsteeken mogen dragen. Het insigne wordt éénmaal voor rekening van den Lande verstrekt en wel op het tijdstip, dat zij na het beëindigen van hun eersten actieven diensttijd met groot verlof vertrekken.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 120