2. DOET NEDERLAND VOLDOENDE VOOR DE
VERDEDIGING VAN NEDERLANDSCH-INDIË
door
L. A. VELLENGA,
Kapitein der Infanterie.
Indien tien of vijftien jaren geleden de vraag was gesteld of
Nederland voldoende deelnam in de verdediging van Neder-
landsch-Indië, zou het antwoord even ontkennend zijn geweest als
thans o.i. helaas het geval moet zijn. Toch valt er wel verschil in
toon waar te nemen. Het is immers nog niet zoo heel lang geleden,
dat men zijn meening over een Indisch defensie-probleem niet
gaarne ten beste gaf dan na een verontschuldigend betoog over
de belangrijkheid van onze overzeesche gewesten. Thans behoeven
we onze aanwezigheid in Indië en den daarmede gepaard gaanden
plicht tot het veiligstellen van deze deelen van het Rijk, niet tel
kens weer aannemelijk te maken. In breeder kringen dan voor
heen het geval was, weet het Nederlandsche volk, dat de hooge
standaard die het te midden van de andere volkeren kan hand
haven, nauw verband houdt met het rustige bezit en de onge
stoorde ontwikkeling van zijn koloniën.
Dat besef is reeds veel waard, doch er zijn nog meer factoren,
welke de belangstelling voor de verdediging van Nederlandsch-
'Indië hebben aangewakkerd. De waarde van een bezit wordt nim
mer hooger aangeslagen, dan wanneer verlies dreigt
De in het Chineesch-Japansche conflict gevolgde methoden
deden veler oogen opengaan voor de dreiging van een acuut
gevaar het jammerlijke lot van China was oorzaak, dat ten onzent
met één slag defensie-vraagstukken gemeen goed werden, nadat
ze decenniën lang niet veel meer waren geweest dan studie
objecten van een kleine gelukkig zeer vasthoudende groep
ter zake kundigen. In Europa woedt thans een tweede groote
oorlog en het is nog verre van duidelijk, welken invloed deze
nieuwe krijg zal hebben op de politieke verhoudingen in Azië.
Wel staat vast, dat Nederlandsch-Indië meer nog dan tevoren het
geval was, moet zijn voorbereid op verrassingen van allerlei aard.
De Regeering is Zich van deze situatie terdege bewust en han
delt er naar. Sedert eenige jaren is Zij bezig de Indische weer
macht op een ordentelijk peil te brengen.
1095