99 14. VAN HET WERELDTOONEEL. December bracht op het gebied van krijgsverrichtingen enkele verrassingen. Wel leverde het westelijk landfront weder geen nieuws, doch reeds in de luchtactie viel eenige verandering waar te nemen geleidelijk zetten Engel- schen en Duitschers bij het optreden op grooten afstand en den afweer daarvan grootere verbanden in. Omtrent de resultaten tast men echter nog in het duister de berichten over de gevechten boven en nabij de N.-Friesche eilanden, Helgoland en Wilhelmshafen deden daarvoor te „Nomonhansch" aan. Belangrijker wapenfeiten vielen ter zee voor. Werd het Duitsche enthusiasme omtrent den veiligen terugkeer in het moederland van de „Bremen" reeds ietwat getemperd door het elders verloren gaan van vele andere koop vaardijschepen, w.o. een der grootste, de „Columbus", ernstiger was het verlies van den vestzakslagkruiser „Graf von Spee". Met eere leed dit schip nabij de monding van de la Plata rivier, niet ver van de plaats waar 25 jaar eerder het eskader van von Spee op roemvolle wijze ten onder ging, de nederlaag tegen zijn stuk voor stuk minderwaardige tegenstanders Exeter, Achilles en Ajax. Het daarop gevolgde binnenloopen van Montevideo, het verlaten van deze haven toen de Urugaysche regeering te kennen gaf, tot interneering te zullen overgaan en het onmiddellijk daarop ten onderbrengen van het schip door de eigen bemanning vielen echter zoozeer buiten de lijn van hetgeen op sensatie belust publiek meende te mogen verwachten, dat menige uitspraak werd vernomen waardoor de zegsman slechts toonde, minder besef te hebben van het begrip eervol dan zij, die tegen elkander in het vuur stonden. Moge het einde roemloos zijn geweest, het kostte in elk geval niet nutteloos het leven van de opvarenden oneervol was het zeker niet. Ook schijnt de gegeven verklaring, dat de vernietiging werd gelast ter voorkoming van het bekend worden van technische geheimen niet onaanvaardbaar. Nauwelijks was de Graf von Spee ten onder of de Britsche admiraliteit meldde twee succesvolle duikbootaanvallen op Duitsche kruisers de tegenpartij ontkende het succes prompt en berichtte op haar beurt omtrent een gelijksoortige actie tegen een Engelschen slagkruiser. Londen ontkende het feit niet, doch sprak elk tastbaar resultaat tegen. Zoo tast men ook hier in het duister want zoowel de systematische volkomen ontkenning door de eene als het steeds tot geringe afmetingen terugbrengen door de andere partij van elk door den tegenstander wereldkundig gemaakt succes kan den critischen toeschouwer slechts sceptisch stemmen. Inmiddels leidde de door Urugay t.a.v. de Graf von Spee en zijn bemanning aangenomen houding tot Duitsche protesten, welke werden afgewezen beide partijen beriepen zich op erkende internationale rechtsregelen. Van Ameri- kaansch standpunt bezien vormde de zeeslag voorts een schending van de kortelings op de conferentie te Panama aangenomen, op sommige plaatsen 300 zeemijlen breede, „neutraliteitszone". Men kan dit stilzwijgend voorbij gaan de eenzijdige instelling van die zóne is een internationaalrechtelijk experiment, waarvoor de reeds uitgebroken oorlog zich wel allerminst leent. Het is echter een teekenend uitvloeisel van den „Pan-Amerikaanschen" wensch, buiten den oorlog te blijven de gemelde Argentijnsche betoogingen voor afstand van de Britsche Falklandseilanden aan Argentinië mag men in hetzelfde licht bezien. De grootste verrassing op krijgskundig gebied bracht het „conflict" in N. O.-Europa. Aanvankelijk had het er allen schijn van dat Finland de Russische stoomwals niet zou kunnen tegenhouden. Het met den dolkstoot in den rug van het Poolsche leger bereikte resultaat bleek echter al spoedig geen juiste maatstaf. Slechts twee weken duurden de nog zeer betrekkelijke successen der Russen in het uiterste N. drongen zij door tot halverwege Pitkajervi en Ivalo [zie schets1) in de „wespentaille" tot Kursu en enkele x) Ter voorkoming van onleesbaarheid van de schets was beperking gebo den in de vermelding van namen van plaatsen, rivieren en meren. Ten einde

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 101