L.O.V. en Z.O.V. hebben uiteraard eenzelfde strekkinguit
vorenstaande beschouwingen moge blijken, dat de uitwerking in
beide verdragen nogal uiteenloopt133)In het laatstgenoemde moest
meer rekening worden gehouden met wisselende omstandigheden
en hoewel de mate van verbindbaarheid desondanks geringer
werd de belangen der groote zeevarende mogendheden. Zulks
leidde er toe, dat van de vele zaken, welke nadere regeling behoef
den en welker aantal juist in het onzijdigheidsrecht ter zee grooter
is dan in dat te land, slechts weinige werden geregeld terwijl de
vastgestelde bepalingen ten slotte vrijgeviger zijn en grooter vrij
heid laten in de toepassing. Derhalve was er alle aanleiding, in de
préambule de bepaling op te nemen, dat de onzijdige Mogendheid
de door haar aangenomen regelen in beginsel tijdens den oorlog
niet mag wijzigen behoudens ingeval Je opgedane ondervinding de
noodzakelijkheid daarvan aantoont voor de handhaving van haar
rechten. Zooals wij reeds opmerkten moet deze bepaling thans zoo
worden gelezen, dat slechts verscherping is toegestaan 134)Verge
lijking der verschillende neutraliteitsproclamaties van vroeger en
thans leert voorts dat, al moge er ook nu evenals in 1914 nog eenig
verschil in opvatting bestaan tusschen de Staten onderling, deze
toch zonder onderscheid hun bepalingen hebben verscherpt. Dit
is alleszins verklaarbaar, want hoewel het juist is, dat „niet uit
het oog mag worden verloren, dat het onzijdigheidsrecht berust
op een afweging van belangen van neutralen en oorlogvoerenden
en de opvatting, dat een onzijdige te beter zijn neutraliteitsver
plichtingen nakomt, naarmate hij strengere verbodsbepalingen uit
vaardigt, het compromissior karakter van het onzijdigheidsrecht
miskent" 133)evenzeer is het waar, dat bij huldiging binnen de
grenzen van het volkenrechtelijk toelaatbare van strenge opvat
tingen weliswaar meer protesten doch ten slotte minder moeilijk
heden zijn te verwachten dan bij inneming van een minder streng
standpunt.
(Wordt vervolgd).
13*) I.M.T. 1939 nr. 7, blz. 717zie voorts Frangois, blz. 481Zeeman,
blz. 735 Fauchille, 1476B.
13B) Francois, blz. 489.
18