iil iïiïTTI Eöxl hnrffffPff 1 25 000 1 2 3 4 5 7 Fig. 7. Grondwater- en mineerkaart (naar E. Sonne) 1. Grondwater op 0.52 m diepte. 2. Bovenste grondwater op 26 m diepte. 3. Voornaamste grondwaterhorizon. 4. Bovenste grondwater meest dieper dan 4 m. 5/6. Geen grondwater. 7. Verschuivingen. gegevens omtrent den grondwaterstand. Wit beteekent, dat het grondwater 0.5 2 - m, horizontale arceering, dat het 26 m beneden maaiveld staat. De fijn gearceerde strook geeft de voor naamste grondwaterhorizon weer, enz. De bijbehoorende tekst, welke vaak op de kaart zelf werd afgedrukt, geeft nadere bijzon derheden en aanwijzingen, die voor het mineeren van belang kunnen zijn. Zoo vindt men daarin b.v. vermeld, dat in de dicht gepunkteerde strook in den ZW.-hoek vaak eenige rijke grond waterverdiepingen optreden en dat men er veel bronnen aantreft. Loopgraven kunnen daar zonder bezwaar worden gemaakt alvorens te mineeren, dient echter geologisch advies te worden ingewonnen. Voorts wordt er op gewezen, dat gevaar bestaat voor 27

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 29