I. Beschouwingen betreffende de organisatie van het bataljon. De gevechtskracht van het hedendaagsche bataljon kan niet, gelijk in vroegere tijden, gemeten worden door het tellen van de hoofden alleen. Deze gevechtskracht toch wordt bepaald door het vermogen voor de uitvoering van de gevechtstaak in haar vollen omgang. Daarbij rijst als eerste vraag: welke is in het algemeen de taak van het bataljon in het gevecht De taak van het bataljon in het gevecht vindt uitdrukking in de reglementen en voorschriften in den vorm van het bepalen van de ruimte waarin als norm deze eenheid het gevecht zal moeten voeren. Voor ons leger geldt in den aanval als norm, dat aan het, ter weerszijden aangeleunde bataljon, dat den aanval met kracht over een groote diepte moet voortzetten, een front breedte van 400600 m wordt toegewezen [A.T.V. II pt. 122 (5) In verschillende buitenlandsche voorschriften wordt naast deze norm van 400600 m, een frontbreedte van 600800 m genoemd bij de verdediging, een norm welke o.i. ook voor ons bataljon aanvaardbaar is in geval van een langdurige verdediging tegenover een sterken tegenstander (vgl. A.T.V. II pt. 74). Op basis van vorenstaande normen voor aanval en verdediging kan het bataljon optreden op grootere frontbreedten (gepaard gaande met een zwakke echelonneering in de diepte) voor alle gevallen waarin de factoren te verwachten tegenstand, het beoogde gevechtsdoel, terreinsgesteldheid en beschikbare middelen een afwijking van deze normen toelaten. Hoe nu wordt het vermogen van een infanterieëenheid beoor deeld Het vermogen van het bataljon voor het uitvoeren van de toe te wijzen gevechtstaak dient in hoofdzaak te worden beoordeeld op zijn kunnen ten aanzien van het vuurgevecht, het handgemeen en de manoeuvre. De vuurkracht wordt bepaald door de vuur wapens, meer in het bijzonder door het aantal collectieve wapens de geëigendheid voor het handgemeen wordt behalve door de indi- vidueele wapening bepaald door het aantal voor het handgemeen beschikbare strijdersten slotte wordt de geschiktheid voor de manoeuvre behalve door een doelmatige verhouding tusschen stootkracht en vuurkracht bepaald door het aantal manoeuvre eenheden. In. verband met het doel van ons opstel, nl. de behandeling van den inzet en het gebruik van de fuseliereenheden, zullen de beschouwingen over de organisatie van het bataljon zich in hoofd zaak bewegen op het gebied van het handgemeen en de manoeuvre. Het bataljon, ook wel de tactische eenheid genaamd, bestaat vrijwel algemeen uit drie fuseliereenheden en een compagnie 33

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 35