ter, terwijl voorts de vier-indeeling zich 'bij uitstek leent, bij een beslissend gevecht om de in het vijandelijk front gemaakte ope ningen zijwaarts uit te breiden (action de flanquement)bij een actie van secundairen aard voor het innemen van een breed front. Zooals hiervoren reeds werd vermeld, vindt de vier-indeeling bij de compagnieën vrijwel overal in de legers der groote mogend heden, haar toepassing. Juist door de drie-indeeling van het bataljon krijgt de vier- indeeling van de compagnie een verhoogde beteekenis bij de prac- tische uitvoering van het beginsel van economie. Bij de behandeling van den inzet van de fuseliereenheden in den aanval, komen we hierop nader terug. II. Inzet en gebruik van de fuseliereenheden in den aanval. A. De frontgroep bij den naderingsmarsch. Zoowel in het ontmoetingsgevecht als tegenover een stelling wordt de aanval voorafgegaan door een naderingsmarsch [A.T.V. II pt. 119(2) Deze naderingsmarsch begint op het tijdstip waarop door splising van de troepenmacht in verschillende, naast elkaar optredende colonnes tot den opmarsch in een breed front (ontplooiing), al dan niet gepaard gaande met het aannemen van de gevechtsformatie (ontwikkeling), wordt overgegaan. De ontplooiing gaat hand in hand met het vaststellen van een aan vankelijke gevechtsgroepeering, waarbij een deel van de troepen macht wordt bestemd en aangewezen om onmiddellijk en hoofd zakelijk in front op te treden, de frontgroep, in de eerste plaats te vormen uit de voorhoede [pt. 23(1) Gelet op de algemeene bestemming van de frontgroep [pt. 23(2) moet zij van huis uit zoo sterk worden gemaakt, dat zij haar werking over de volle breedte van de terreinstrook waarin 's vijands aanwezigheid of zijn komst is te verwachten, kan doen gelden [pt. 23(3) Hier onder moet worden verstaan dat zij voldoende sterk is om a. in het ontmoetingsgevecht [pt. 129(2) de terreindeelen, welker bezit voor de latere actie van de hoofdmacht van belang is, c.q. na vermeestering, vast te houden en daarmede de ontplooiing en ontwikkeling van de hoofdmacht te beveiligen en te maskeeren b. in den aanval op een stelling [pt. 156(1) 's vijands ver vooruitgeschoven af deelingen en zijn voor posten terug te werpen, de nauwe aanraking met den vijand tot stand te brengen en de breedte van zijn front vast te stellen. Het is bij de uitvoering van evengenoemde taken dat wij de frontgroep v.w.b. den inzet en het gebruik van de fuselier- 1) Italië heeft de drie-indeeling. 36

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 38