compagnieën aan een nadere beschouwing willen onderwerpen. Bij deze beschouwingen werd als uitgangspunt genomen een troependetachement ter sterkte van een regiment infanterie met hulpwapens, in opmarsch naar den vijand, beveiligd door een voorhoede waarvan de sterkte aan infanterie een bataljon bedraagt. Bij het begin van den naderingsmarsch is dit voorhoedebataljon, c.q. te versterken met onderdeelen van de hoofdmacht, frontgroep geworden. De frontgroep in het ontmoetingsgevecht. De actie van de frontgroep bestaat in de meeste gevallen in een opmarsch in een breed front naar de terreindeelen welke voor het beslissende gevecht en voor de beveiliging van de ontplooiing en ontwikkeling van de hoofdmacht van belang zijn. Zoodra de frontgroep deze terreindeelen bereikt heeft, zal zij in afwachting van de door haar te vervullen rol bij de beslis sende actie zich bepalen tot het defensief gepaard met ver kenningen tegen 's vijand front en vleugels. Bij deze actie is tevens echelonneering in de diepte noodza kelijk en zulks om ondervonden weerstand door overvleugeling en/of infiltratie, snel te kunnen breken. Genoemde echelonnee ring geldt zoowel voor de in de breedte naast elkaar oprukkende onderdeelen als voor de frontgroep als geheel. Voor een front groep ter sterkte van een bataljon aan infanterie leidt dit laatste logischerwijze tot een aanvankelijken inzet van maximum twee fuseliercompagnieën in voorste lijn, aan welke compagnieën zware infanteriewapens voor offensieve en voor defensieve doeleinden worden toebedeeld. Een dezer fuseliercompagnieën is de voormalige spitscompagnie optredende aan den marschweg de tweede eenheid zal afhan kelijk van de plaats van de te bezetten terreindeelen links of rechts van den marschweg moeten worden ingezet, met een tus- schenruimte om de gedachten te bepalen van 400 a 600 m. De derde fuseliercompagnie, waarbij met het oog op de vermoe delijke taak bij eventueel vastloopen der voorcompagnieën al dade lijk een deel van de zware infanteriewapens kan worden ingedeeld, volgt achter-, eventueel uitwaarts van de voorcompagnieën. De niet ingedeelde mitrailleurs en mortieren ten slotte volgen ver- eenigd achter de voorcompagnieën, of wel zij verplaatsen zich gevormd tot een of meer vuurorganenvan stellingterrein naar stellingterrein achter de voorcompagnieën, gereed tot steun van deze laatste. 37 In de hierna volgende beschouwingen over de actie van de frontgroep in het ontmoetingsgevecht werden als weerstandsmogelijkheden aangenomen plaatselijke weerstanden van lichte troepen, in algemeenen zin dus verken nende en beveiligende lichte troepen van den tegenstander.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 39