1. MONUMENTENSERIE.
In Augustus 1937 werd te Blang Tö'Moeliët een gedenkteeken
opgericht ter eere van de op 26 Augustus 1877 bij de bestorming
van de koeta Blang Tö' Moeliët gesneuvelde militairen. Aan de
hand van gegevens uit de oude archiefstukken was de plaats van
het massagraf, waar onze gesneuvelden na de bestorming der koeta
Tö'Moeliët (Temoelit) op 26 Augustus 1877 waren begraven,
opnieuw vastgesteld. Nadat men zich had overtuigd van de juiste
ligging van dit graf, dat gedolven moest zijn buiten de oosterface
van de veroverde Atjehsche versterking (waar thans weinig meer
van te zien is), werd op initiatief van den commandant van het
Detachement te Samalanga, den kapitein der Inf. L. H. J. Klo-p-
rogge, bij gelegenheid van de 60-jarige herdenking aan dit wapen
feit, een eenvoudig grafmonument opgericht ter eere van de
nagedachtenis der dapperen, die hier vielen bij het vestigen van
Nederlands gezag in het Rijk Samalanga.
De wantoestanden in dit rijk en het geregeld zenden van gewa
pende hulptroepen naar Groot-Atjeh om daar tegen ons te strijden,
deden Karei van der Heijden (Civiel en Militair Gouverneur van
Atjeh) er ten slotte toe besluiten daaraan een einde te maken
door een expeditie onder zijn persoonlijke commando.
De expeditionaire macht, bestaande uit het R.H. 2e, het R.H. 3e
en het 8ste Bataljon Infanterie, 3 secties bergartillerie, een deta
chement mineurs en sappeurs, trein en ambulance, scheepte zich
op 8 Augustus 1877 ter reede van Oelèë Lheuè in.
De ontscheping had plaats op 10 Augustus d.a.v. nabij Koeala
Tanboea.
Het 8ste Bataljon Infanterie, dat het eerst aan land was en
een strandbivak had betrokken, leed reeds in den nacht van 11
Augustus een échec. Begunstigd door de duisternis wist een
300-tal Atjehers het bivak te besluipen en te overrompelen, waarbij
een ware slachting werd aangerichtDe Kapiteins H. J. Jonker,
J. Lojenga, 8 minderen en 10 dwangarbeiders sneuvelden, terwijl
5 officieren, 45 minderen en 34 dwangarbeiders min of meer
verwond werden.
Nadat alle troepen ontscheept waren, werd gelegerd in Roemah
Sentot, een verlaten Atjehsche vesting. Van hieruit vingen de
eigenlijke operaties aan.
Een colonne onder commando van den luit.-kolonel Docters
Van Leeuwen veroverde de versterkte gampong Tamboea, terwijl
een colonne onder majoor Van Dompseler zich richtte tegen de
1