king van het voorhoedebataljon kan worden aangewezen, zonder
dat andere organieke verbanden hiertoe behoeven te worden
aangesproken. Deze eenheid leent zich ook bijzonder voor het
bezetten van eenigszins uitwaarts van het door de frontgroep in
te nemen front gelegen objecten of terreindeelen, welker bezit
voor het latere gevecht van belang is.
De frontgroep in den aanval op een stelling.
De actie van de frontgroep in den aanval op een stelling gaat
in algemeenen zin veel verder dan die van de frontgroep in het
ontmoetingsgevecht. In den aanval op een stelling toch wordt de
voorwaartsche beweging van de frontgroep niet voortgezet tot
bepaalde terreindeelen zijn bereikt, maar totdat de nauwe aan
raking met de stellingbezetting is tot stand gebracht, waartoe
a. 's vijands ver vooruitgeschoven afdeelingen moeten worden
teruggeworpen
b. de voorposten moeten worden teruggeworpen
c. over de geheele breedte van de stelling aanraking met den
vijand moet worden gezocht, waarmede tevens de breedte van
zijn front is vastgesteld.
Bij de beschouwingen over het ontmoetingsgevecht werd moge
lijk aan de actie van de frontgroep t.a.v. het overwinnen van weer
stand wat veel aandacht gewijd. Immers in vele gevallen, met
name wanneer het reeds bereikte terrein gunstige voorwaarden
voor den aanval biedt, zal de actie van de frontgroep beperkt kun
nen blijven tot het zich vastzetten in de reeds door de voorhoede
en de door de beveiligingsorganen van de voorhoede bereikte
objecten [A.T.V. II pt. 129(1) Wij hebben echter gemeend op
het terugwerpen van vijandelijke verkennende en beveiligende
af deelingen meer uitvoerig te moeten ingaan, aangezien deze actie
in wezen niet of weinig verschilt van de actie van de frontgroep
in den aanval op een stelling t.a.v. het terugwerpen van 's vijands
ver vooruitgeschoven afdeelingen. Derhalve kunnen we thans over
laatstgenoemde actie kort zijn.
Voor de groepeering en voor de door een als frontgroep optre
dend bataljon in te nemen frontbreedte gelden dezelfde overwe
gingen als in het ontmoetingsgevechtde in te nemen frontbreedte
zou mogelijk iets grooter kunnen zijn dan in het ontmoetings
gevecht, omdat in algemeenen zin de actie minder riskant is. We
weten nl. ongeveer waar en in welken toestand 's vijands hoofd
macht zich bevindt, zoodat een agressief optreden van sterke
afdeelingen tegen de frontgroep hoewel mogelijk toch minder
waarschijnlijk is. De frontgroep optredende tegenover een stelling
dient evenwel over minstens zooveel offensieve kracht te beschik
ken als in het ontmoetingsgevecht, aangezien na het tot stand
komen van de gevechtsaanraking in de lijn der voorposten haar
42