nog een zeer belangrijke offensieve taak wacht, nl. het terug werpen daarvan. En voor deze taak, hetzij dat het terugwerpen plaats vindt door een omvattende actie dan wel door een frontalen aanval, zal de frontgroep moeten putten uit haar reserves, dus bij een bataljon als frontgroep uit de bataljonsreserve. Zooals elders reeds werd uiteengezet is men bij een drie-indee ling aan fuseliereenheden practisch aangewezen op een groepee ring van twee voorcompagnieën (mogelijk aanvankelijk één voor compagnie) en één fuseliercompagnie alsmede de mitrailleur compagnie (onder aftrek van de bij de voorcompagnieën ingedeel de mitrailleurs en mortieren) als bataljonreserve. De voorcom- pagnieën, welke het aan eigen zijde van de vijandelijke voorposten gelegen terrein moeten zuiveren, hebben veelal geen gemakkelijke taak. Zonder te willen spreken van door ver vooruitgeschoven afdeelingen ter vertraging van 's vijands opmarsch ingerichte steunpuntjes, welke den aanvaller veel moeilijkheden, oponthoud en verliezen kunnen berokkenen, heeft bij een aanval op een stelling de tegenstander gelegenheid gehad om de plaatsen waar hij door deze afdeelingen weerstand wil doen bieden te verkennen en voor te bereiden. Ofschoon de aanvaller moet streven om deze weerstanden door snel frontaal en overvleugelend optreden ten val te brengen, zal het niet uitgesloten zijn, dat een meer uitge breide actie (frontaal of omvattend optreden met artilleriesteun) tegen een of meer weerstanden noodig blijkt, waarbij waarschijn lijk ook de bataljonsreserve moet worden ingezet. Doch ook ove rigens is, gelet op de diepte waarover de actie van de frontgroep moet worden uitgevoerd, de taak der voorcompagnieën geen eenvoudige. Wanneer we aannemen dat de nadering op 12 km voor de vijandelijke stelling een aanvang neemt en dat de opmarsch der frontgroep op 2 km daarvoor gestuit wordt door een aaneen gesloten vuurfront van de vijandelijke voorposten, en als men daarbij bedenkt dat de opmarschweg der ontplooide voorcom pagnieën vaak loopt door diep ingesneden en geaccidenteerde terreingedeelten, dan zal men moeten toegeven dat deze taak veel van de troepen van de frontgroep zal vergen. Uit een en ander moge volgen, dat men voor de actie tegen de vijandelijke voor posten niet alleen zal moeten putten uit de reserve van de front groep, doch dat deze het hoofdelement hierbij zullen vormen. Evengenoemde actie kan, zooals reeds hiervoren terloops werd opgemerkt, bestaan uit een omvatting van het door de voorposten gevormde front, dan wel uit een doorbreking, c.q. een frontaan- val op een der vleugels. Bij een omvatting is een diepe echelon- neering gewenscht, zoo geen vereischte. En een actie van één fuseliercompagnie, welke zich nog heeft te beveiligen aan de naar 's vijands zijde gekeerde flank, is bij gebrek aan reserves vrij spoedig lam te leggen. 43

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 45