Het vorenstaande geldt eveneens voor een doorbreking uit te
voeren door een fuseliercompagnie over een breedte van b.v. een
200 m. Het moge met krachtigen artilleriesteun en met steun van
zware infanteriewapens aan één fuseliercompagnie gelukken het
door de voorposten gevormde front te doorbreken, een enkele
compagnie mist de reserves om dit succes door bedreiging van de
stand houdende deelen der voorposten, c.q. verbreeding van de
bres, te kunnen uitbuiten. A.T.V. II pt. 157(1) spreekt dan ook
over den inzet van een sterk in de diepte geëchelonneerde x)
infanteriemacht voor de uitvoering van een dergelijken frontalen
aanval. Ook bij den aanval op een stelling doet zich derhalve het
gemis gevoelen aan meer fuseliereenheden bij het als frontgroep
optredende bataljon. Ook hier zal zich dus veelal de noodzaak
voordoen van huis uit het voorhoedebataljon met een of meer
fuseliereenheden te versterken tot frontgroep, wil men de zeker
heid hebben dat deze krachtig genoeg is om aan haar meerledige
taak, w.o. het terugwerpen van ver vooruitgeschoven afdeelingen
en het terugwerpen van vijandelijke voorposten, te voldoen.
Voor het geval dat slechts versterking van de voorhoede met één
fuseliereenheid noodig wordt geacht, vormt ook hier de 10e fuse
liercompagnie van het regiment een mogelijkheid waarbij de orga
nieke verbanden onaangetast blijven.
Tot slot van deze beschouwingen nog een en ander over de
frontgroep optredende in bergterrein.
In bergterrein heeft de frontgroep tot taak de accessen naar de
vijandelijke stelling te openen voor de achter haar volgende
hoofdmacht. Is er slechts één toegang, dan behooren de sterkte
en de samenstelling van de frontgroep te worden bepaald aan de
hand van de plaatselijke terreinomstandigheden nabij dit acces
en den daar te verwachten tegenstand. Liggen er twee of meer
accessen in de opmarschstrook van de troepenmacht, dan kan de
frontgroep zich veelal bepalen tot het openen van den tactisch
belangrijksten toegang, hetzij door een rechtstreekschen aanval
daarop, dan wel door de bezetting tot teruggaan te dwingen door
elders den toegang te forceeren en vervolgens tegen eerstgenoemd
acces (uiteraard in samenwerking met een frontactie) te ageeren.
Hoewel ook in bergterrein de frontgroep in een breed front zal
dienen op te rukken om het terrein te zuiveren van vijandelijke
verkenningsafdeelingen, c.q. tot steun van daartoe aangewezen
eigen lichte troepen, is toch haar optreden geheel anders dan in
de vlakteHet breken van plaatselijke weerstanden draagt in
bergterrein een karakter, dat van den normalen gang van zaken
sterk afwijkteen overvleugelend optreden tegen de plaatselijke
weerstanden is in den regel uitgesloten elk geval vraagt hier in
het bijzonder zijn eigen oplossing! Wordt vervolgd
44
Cursiveering van Schr.