versterkte koeta To' Moeliët. Bij deze colonne had zich de bevel
hebber kolonel K. v.d. Heijden aangesloten.
Na zwaren strijd werd ook deze hardnekkig verdedigde ver
sterking genomen, bij welk gevecht officieren en manschappen
van het 3e Bataljon Infanterie den ouden roem van het Leeuwen
bataljon wisten te handhaven. De verovering kostte ons zware
offers. Tijdens de bestorming sneuvelden de 1ste luitenant der
Inf. T. W. Broker, 9 onderofficieren en minderen, terwijl aan voor
den vijand bekomen wonden nog overleden de colonnecomman
dant majoor P. E. J. H. van Dompseler en de 1ste luitenant der
Art. J. h. Grandpré Molière. Gewond waren43 minderen en 4
officieren, waaronder de bevelhebber kolonel v.d. Heijden, die
reeds bij den aanvang van het gevecht door een vijandelijken
kogel in het linkeroog werd getroffen. Na zich bij de ambulance te
hebben laten verbinden, steeg hij weer te paard en reed de juist
veroverde benteng binnen, waar de troepen hun bevelhebber met
een enthusiast hoera begroetten.
Na den val van T Moeliët waren de krijgsoperaties vrijwel
beëindigd. De Vorst van Samalanga kwam zijn onderwerping aan
bieden waarop de expeditionaire macht zich in October 1877 weer
inscheepte, op een detachement na van het 2e Bataljon Infanterie,
dat achterbleef en bivak betrok aan weerszijden der Samalanga-
rivier.
2