51 anophelinen", is als volgt te verklaren. De muskieten die in het spel zijn, leven uitsluitend buitenshuis, zijn klein van stuk, gaan vrijwel onhoorbaar, onzichtbaar en onvoelbaar te werk en vliegen na den steek direct weer wegdoch tevens zijn ze zoo sterk besmet, dat vrijwel iedere steek „raak" is. Hoewel een muskiet eenige kilometers ver kan vliegen, is de practisehe actieradius veel kleiner, eenige honderden meters. In elk geval dienen niet alleen op het kampementsterrein, doch ook in den naasten omtrek broed plaatsen zooveel mogelijk te worden opgeruimd. Niet alle muskieten mijden stroomend water en zonbestraling De besmettelijke buikziekten, typhus, paratyphus, dysenterie en cholera ontstaan vrijwel uitsluitend doordat men, plastisch uitgedrukt, darm- inhoud van een lijder aan een van die ziekten of van een bacillendrager binnenkrijgt. Via mond, slokdarm en maag komen de ziektekiemen in de ingewanden, hetzij met besmet water en alles wat met de voedsel- en dranknuttiging verband houdt en met besmet water in aanraking is gekomen (dus ijs, melk, dranken, opengesneden vruchten, eetgerei, enz.) via vliegen, welke aan haar pooten klevende ontlasting en besmetten snuit-inhoud op het voedsel deponeeren via de handen, die ontlasting hebben aangeraakt en vervolgens het voedsel infeeteeren (bedienden, die zieke kinderen helpen, keuken-personeel, enz.). Typhus en dysenterie zijn zeer verbreid de ernst van de ziekte varieert tusschen zwaar en licht. Vooral patiënten met een lichtverloopend ziekte beeld zijn gevaarlijk voor de omgeving, omdat onbekend blijft dat ze aan typhus of dysenterie lijden of hebben geleden. De talrijke lijders in de kampongs besmetten voortdurend het oppervlaktewater. Door vaccinatie tegen typhus, cholera en dysenterie wordt de weerstand verhoogd. De vijand zelf blijft onaangetast. De weerstand kan ondanks vaccinatie toch doorbroken worden, indien de vijand in gunstiger positie komt, hetzij door invloeden, welke den algemeenen weerstand verminderen, hetzij door toeneming van de getalsterkte van den jvijand. Daarom zijn typhus en dysenterie de soldatenziekten in oorlogstijd. Het weerstands vermogen daalt dan meestal tijdelijk door vermoeienis, te kort aan slaap, zorgen, enz. in belangrijke mate. En juist op die momenten worden dranken van twijfelachtige herkomst genuttigd (dorst na een vermoeienden marsch of een gevecht). Bovendien, de algemeene hygiënische voorwaarden worden ongunstiger, de zorgeloosheid voor ziekten neemt toe. De kiemen van geslachtsziekten kunnen slechts gedurende korten tijd buiten het menschelijk lichaam in leven blijven. Bijna zonder uitzondering is dan ook de weg der infectie die van de geslachtsgemeenschap. Wil men de kans van infectie verminderen, dan is ontsmetting na de geslachts gemeenschap noodzakelijk. Het binnendringen van de kiemen door de huid of het slijmvlies van het urinekanaal (urethra) vergt meerdere minuten tot urengrondige en snelle ontsmetting is dus bijna in 100 succesvol. Deze ontsmetting kan, wat de huid betreft, met zeep geschieden, wat de urethra aangaat moeten chemische middelen te baat worden genomen, de z.g. prophylactica. Zijn de kiemen reeds naar binnen gedrongen, dan is geen medicijn of injectie in staat ze in eens te vernietigen. Bij de tot nu toe genoemde ziekten is de rol van de mede- of tegenwerking van het individu al zeer duidelijk. Tuberculose, eene besmetting met tuberkel-bacillen, is een der meest verbreide ziekten. Bijna iedereen wordt vroeg of laat wel eens geïnfecteerd. Het overgroote meerendeel dezer infecties wordt overwonnen, in dien zin dat de vijand op de plaats van binnendringen öf definitief wordt afgemaakt, óf hetgeen veelvuldiger voorkomt onschadelijk wordt gemaakt door inkapseling, doch in leven blijft. Deze overwonnen infectie verhoogt eenigs-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 53