Wat de Chineezen betreft hoort men ook thans wederom
dezelfde opmerkingen als ter gelegenheid van den val van CanTon,
hun verwijtende, dat de ondanks de wetenschap van het gevaar,
dat NanNing bedreigde, tot het keeren daarvan wederom niets
hadden voorbereid. Wanneer generaal ChiangKaiShih echter
meende zelfs voor het behoud van CanTon geen sterke troepen
macht te mogen afzonderen, dan gelden deze overwegingen toch
zeker in nog sterkere mate ten aanzien van NanNing.
De Chineesche kust van NingPo tot Indo-China is bijna 2000 km
lang. Spoor- noch autowegen behalve op een tweetal punten
verbinden die kust met het binnenland. Het is onmogelijk
overal daar waar de vijand zou kunnen landen troepen gereed
te stellen. Bovendien kunnen de Chineezen zonder artillerie nu
eenmaal den door scheepsartillerie en vliegtuigen gesteunden Ja
panners niet beletten te landen. Door hun ontoereikende technische
uitrusting zijn zij niet bij machte de voorwaarts rukkende Japan-
sche colonnes in front tegen te houden. De eenige tactiek, welke
zij met kans op succes kunnen toepassen, is de tactiek van wijken
in front en den kleinen oorlog op de flanken en in den rug des
vijands, een tactiek, welke meer succes heeft, naarmate de vijand
dieper het land binnen rukt en zijn verbindingslijnen langer wor
den. En de enorme uitgestrektheid van het Chineesche rijk verzet
zich nergens tegen de toepassing van deze tactiek.
Reeds op 4 November werd een sterk vermeerderde activiteit bij
de Japanners op WeiChow en op HaiNan waargenomen. Een
tweede vliegtuigkampschip was daar aangekomen en het getal
oorlogsschepen tot 17 vermeerderd. Het bombardeeren van wegen,
bruggen en steden in geheel KwangSi tot aan de Fransche grens
nam sterk toe, alle bekende teekenen, dat een actie op til was.
Op 15 November had een landing plaats bij PakHoi en op ver
schillende punten van den zeearm de LungMen (drakenpoort)
aan de noordpunt waarvan YamChow ligt. Bij PakHoi, waar in
den vroegen morgen na een hevig bombardement der scheeps
artillerie werd geland, werd geen weerstand van eenige beteekenis
ondervonden. De Japanners hadden één gewonde. Zij vingen
dadelijk aan een vliegbasis voor de marine in te richten. Voor
dit doel leent zich het vlakke terrein bij PakHoi met een beschutte
reede beter dan het eiland WeiChow. Een Japansch bericht meldt,
dat vóór de landing op WeiChow een 24-tal vliegtuigen daar gereed
stond, alsmede een 25-tal op HaiNan, waaruit zou volgen, dat de
ruimte op WeiChow te klein was.
De 175e Chineesche divisie schijnt zich te hebben bevonden tus-
schen PakHoi en HopPo, terwijl bij YamChow zich de 188e divisie
bevond, bij FangCheng de 19e en 2 andere divisies zich op de
grens tusschen KwangSi en KwangTung bevonden, een opstelling,
welke erop wijst, dat de Chineezen een aanval zoowel op Fang
Cheng als op YamChow verwachtten. Het opperbevel berustte bij
59