17den YamChow. Zelfs de Japanners berichtten, dat de tegenstand
gering was, de Chineezen lieten toch slechts een gering aantal
dooden achter. Op den 19den landde een Japansch detachement
op den oostoever van de Drakenpoort en bezette, wadende door
diepe sawahs, dien dag NaLai.
De afdeelingen, die FangCheng hadden genomen, rukten onmid
dellijk noordwaarts op en overschreden met „ontzaglijke moeilijk
heden" de ternauwernood 300 m hooge waterscheiding (het hoog
ste punt van den hier liggenden heuvelrug is 600 meter) óp de
grens tusschen de beide provincies. De Chineesche troepen lever
den slechts achterhoedegevechten. Op 19 November werden bij
TaTang Japansche cavalerie-afdeelingen gemeld en bereikte de
Japansche hoofdmacht, bestaande uit 1 divisie met bergartillerie
en cavalerie, SiaoTung. Voorafgegaan door vliegtuigen van zee-
en landmacht, welke NanNing en alle grootere en kleinere steden
in een ruimen kring daaromheen bombardeerden, rukte deze
colonne verder noordwaarts op en bezette na onbeduidende gevech
ten NanNing in den middag van den 25sten November.
De spokesman te Tokio beweerde, dat „the capture of NanNing
deprives the ChungKing government of a most important
route of supply of arms from Indo-China. The loss of the important
base will further aid to the difficulties of the ChiangKaiShih
regime". In werkelijkheid werd zooals reeds opgemerkt, geen
krijgsmaterieel over Haiphong ingevoerd, en werd dus ook niet
langs NanNing vervoerd. Evenmin is een andere bewering juist,
dat 70% van den Chineeschen invoer langs NanNing ging. Inder
daad passeerde daar in October een derde gedeelte van den invoer
over Haiphong en een vijfde deel van den Chineeschen uitvoer.
Daarvoor zullen nu nieuwe uitwegen moeten worden gevonden.
Na de bezetting van NanNing hebben de Japansche troepen rond
die stad de Chineezen een 15-tal kilometers in alle richtingen
teruggedreven, doch geen neiging getoond tot verder oprukken.
Daarentegen zouden de Chineezen geleidelijk meer troepen uit
het n.o. (KweiLin) doen oprukken in de richting van de oude
hoofdstad van KwangSi.
De vorming van de nieuwe centrale regeering onder Wang-
ChingWei schiet slecht op, ondanks de aanmoediging, welke de
laatste van de regeering te Tokio ontvangt in den vorm van steeds
weer herhaalde verklaringen, dat zijn regeering op den meest
volledigen steun van Tokio kan rekenen. Het lijkt er eenigszins
op, alsof de regeering te Tokio met nog meer verlangen de tot
standkoming der nieuwe NanKing-regeering tegemoet ziet, dan
haar formateur. Deze doet te ShangHai een eigen courant het
licht zien, en nu doet zich het merkwaardige feit voor, dat de
toon van dit orgaan meer en meer agressief wordt tegenover de
Japanners. Het is mogelijk, dat WangChingWei, die beweert door
de aanvaarding van de drie voorwaarden van Prins Konoye als
basis voor een door hem te sluiten vrede geenszins een verrader
61