64 Het Duitsche spionnagesysteem in Polen had uitgebreide gegevens ver zameld omtrent gebreken en zwakke plaatsen bij den tegenstander, zoodat de Duitsche aanval eigenlijk overval tegen de Poolsche vliegvelden werd gericht teneinde door vernietiging van de z.g.n. grondorganisatie den tegenstander te verlammen. Men zou wellicht aannemen, dat de bedenkelijke zwakte van de Poolsche militaire luchtvaart gelegen was in het ontbreken van ondergrondsche vlieg- tuigloodsen. Dit is evenwel niet juist. Ondergrondsche vliegtuigloodsen wor den bij prima uitgeruste luchtmachten zeer zelden aangetroffen, omdat de aanleg daarvan bijzondere bezwaren meebrengt. Men zoekt de bescherming van de grondorganisatie veel meer in de ver spreiding (decentralisatie) van de vliegvelden en vooral in de strikte ge heimhouding van de in geval van oorlog aangewezen vliegterreinen, welke de Duitschers „Einsatzhafen' plegen te noemen. De terreinen van de vredesgarnizoenen en der luchtmacht behooren voor het uitbreken van de vijandelijkheden te worden ontruimd. De escadrilles vliegtuigen dienen bij oorlogsvliegvelden, welke aan den vijand niet bekend zijn, te worden gestationneerd. Deze laatste bezitten geen bovengrondsche gebouwen of loodsen, waardoor zij zich zouden kun nen verraden, doch uitsluitend ondergrondsche bomvrije benzine- en munitie bergplaatsen, welke zich aan den rand van een onschuldig uitziende weide of vlakte, waarop een startbaan bijna onzichtbaar is uitgezet, bevinden. Het personeel wordt in naburige boerderijen, schuren enz. ingekwartierd. De vliegtuigen worden tegen een boschrand of in het kreupelhout ver borgen en zoo noodig met takken bedekt, om ze aan het spiedend oog van verkenningsvliegers te onttrekken. GEBREK AAN OORLOGSVELDEN IN POLEN. Het behoort tot de taak van den spionnagedienst om in vredestijd derge lijke oorlogsvliegvelden op te sporen. Het was den Duitschers bekend, dat de Polen in dit opzicht weinig voorzorgsmaatregelen hadden getroffen. Slechts enkele oorlogsvliegvelden waren in Polen aangewezen, maar op de meeste daarvan ontbraken zelfs benzinebewaarplaatsen. De Poolsche lucht strijdkrachten waren derhalve geheel en al op hun „vredes-vliegvelden" aangewezen, welke den Duitschers natuurlijk volledig bekend waren. Op deze vliegvelden is op 1 en 3 September een aanval op groote schaal ondernomen. Gedurende deze dagen heeft de Duitsche luchtmacht in totaal 22 Poolsche vliegvelden aangevallen. De in den vroegen morgen van 1 Sep tember uitgevoerde aanvallen verrasten de Polen volkomen en hun vlieg tuigen stonden als in vredestijd in de vliegtuigloodsen opgesteld. Een aan zienlijk aantal vliegtuigloodsen werd, met de vliegtuigen, vernield. Bijna alle benzine- en munitiebewaarplaatsen of de toegang daartoe, voor zoover dit ondergrondsche bewaarplaatsen betrof, werden vernietigd. Alle details van deze vliegvelden waren den tegenstander door zijn spion nagedienst nauwkeurig bekend. De startbanen werden door de vele trech ters, ontstaan door het uitwerpen van zware bommen, onbruikbaar gemaakt, zoodat de Poolsche vliegtuigen, welke aan vernieling op den grond of aan het neerschieten in een luchtgevecht waren ontkomen, reeds in den middag van 1 September voor oorlogvoering niet meer bruikbaar waren, daar zij van de volkomen vernielde „vredes-vliegvelden" niet meer konden opstijgen. Voorts was er op de weinige aangewezen oorlogsvliegvelden, voor zoover de vliegtuigen daarheen konden ontkomen, geen brandstof aanwezig. Wat van de Poolsche grondorganisatie op 1 September nog aan volledige vernieling was ontkomen, werd door de luchtaanvallen van 3 September onschadelijk gemaakt, nadat op 2 September de daartoe vereischte verken ningsvluchten, waarbij verscheidene luchtfoto's werden gemaakt, waren uit gevoerd. In totaal werden bij deze aanvallen 120 Poolsche vliegtuigen op den grond of in de lucht vernietigd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 66