83 grooten stijl, waarbij een vijandelijke luchtmacht in staat was tot optreden, voorgekomen. Bij de landing in de Biasbaai en bij die onlangs te Pakhoi, konden de Chineezen geen luchtmacht in het gevecht brengen en door het ontbreken van een goeden bewakings- en verkenningsdienst ter zee, was het ook niet mogelijk de voorgenomen landing te verkennen. Maar de deskundigen zijn des te beslister in hun oordeel. Zoo schrijft Lidell Hart, de bekende militaire medewerker van The Times, die thans om zijn geniale denkbeelden aan het Britsche ministerie van Oorlog werkzaam is gesteld, dat het onmogelijk geacht moet worden een landing op vijandelijk gebied met succes te ondernemen, als men de 'luchtmacht van den verdediger niet de haas is en dus eerst het meesterschap in de lucht ter plaatse verworven heeft. Evenzoo luidt een oordeel van gezaghebbende Duitsche zijde, want in een belangrijke studie in de Militar-wissenschaftliche Rundschau over de Duitsche landing, die in October 1917 op de eilanden Dagö en Oesel in de golf van Riga plaats vond, komt de schrijver tot de conclusie dat een der gelijke in grooten stijl opgezette landing thans alleen succes zal kunnen hebben, wanneer het meesterschap in de lucht op de landingsplaats bij den aanvaller 'berust. Is dat niet het geval, dan moet de landing mislukken. Dat meesterschap in de lucht ligt door de factoren, die te onzen voordeele zijn binnen ons bereik mits dit ook als doel onzer weermacht vooropgezet en naar de uitbreiding onzer legerluchtstrijdkrachten in de allereerste plaats gestreefd wordt. Is dit meesterschap in de lucht gewaarborgd, dan zal het voor vijandelijke oorlogsschepen zeer gevaar lijk worden onzen handel binnen ons gebied te bemoeilijken, terwijl een blik op de kaart voldoende zal zijn om in te zien, dat het geen vijand mogelijk zal zijn onzen handel in Westelijke richting te belem meren, wanneer hij tevoren niet over een operatiebasis aan den Indi- schen Oceaan kan beschikken. Alles te zamen zal een sterke luchtmacht en daarnaast een vloot ten- volle in staat ons gebied afdoende te bewaken en elke vijandelijke nadering tijdig te verkennen, een zoo krachtige beveiliging aan Indië geven, dat daarvan een veel grootere preventie uitgaat, dan met een drietal zeer kostbare slagkruisers en alles wat daar verder bijkomt, ooit te bereiken valt. Waar bovendien de kosten eerder lager zullen vallen, is de door de regeering te nemen beslissing duidelijk aangewezen. De Amerikaansche journalist Carter publiceerde in het dagblad Mirror een opzienbarend bericht over de uitwerking der Duitsche luchtaanvallen op de Britsche vloot. Carter baseert zijn bericht op inlichtingen, die hij van een „Amerikaanschen waarnemer aan de andere zijde van den Atlantischen Oceaan", die voor leden uit de hoogste Amerikaansche leger- en vlootkringen een uiteenzetting over dit onderwerp had gegeven, heeft ontvangen. In het door Carter gepubliceerde bericht worden belangwekkende bewijzen geleverd voor zijn verzekering, dat de schade, door Duitsche bommen aan Britsche oorlogsschepen aangericht, aanzienlijk grooter is, dan in Britsche kringen wordt toegegeven. Zoo werd de Britsche kruiser „Southampton" tijdens een op den 16den October j.l. uitge- voerden Duitschen luchtaanval door een bom getroffen, die door het pantserdek van den kruiser doordrong, in het inwendige van den oorlogsbodem van richting veranderde en, juist toen het projectiel de bepantsering van den scheepsromp trof, tot ontploffing kwam. De Britsche admiraliteit vermeldde hieromtrent dat de „Southampton" door dezen bom „licht beschadigd" werd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 85