95 tember 1938 na ©en snelle behandeling door de Staten-Generaal werden aan genomen en waarvan er acht op 1 Juli 1939 na een nieuwe grondige behan deling, in nieuwen vorm in werking zijn getreden. Op 28 Augustus en 1 September jl. werd een reeks van Kon. Besln. en Min. Beschikkingen afge kondigd. Nadien is nog menige maatregel gevolgd. De materie van deze maatregelen is niet alleen veelomvattend, doch zij grijpt ook diep in het geheele econ. leven van Ned. in. Zoo was het nood zakelijk de distributie van bepaalde goederen ter hand te nemen en te richten op een bij den abnormalen toestand passend verbruik, terwijl met het vormen en aanhouden van zekere voorraden zoo mogelijk in nog sterkere mate moest worden voortgegaan. Ook was een toezicht op het prijspeil ter stond noodzakelijk, teneinde het den consument niet door te zware lasten onmogelijk te maken in zijn noodzakelijk levensonderhoud te voorzien. Ten slotte werd gewezen op de verschillende maatregelen, welke ten doel had den den in- en uitvoer onder controle te stellen. Deze ingrijpende, doch voor de economische weerbaarheid zoo noodzakelijke maatregelen hebben niet nagelaten ook wel eens nadeel te berokkenen. De gedachte dat opofferingen gemakkelijker worden gedragen wanneer men begrijpt, dat ze in alle redelijkheid worden gevraagd gaf o.m. den Min. aanleiding tot het houden van de persconferentie. De critiek, welke tot nu toe was geuit m.b.t. het treffen van voorbe reidingsmaatregelen, heeft hierin bestaan, dat eenerzijds de voorraadvorming niet groot genoeg geweest is, anderzijds dat de voorbereiding van de distri butie en daarmee samenhangende administratieve maatregelen niet vol doende vóór den oorlog heeft plaats gehad. Wat de voorraadvorming betreft wees de Min. erop, dat noodzakelijke voorraden voor een redelijken termijn wel degelijk zijn gemaakt en dat hiervoor millioenen zijn uitgegeven. Aan het aanleggen en het houden van grootere voorraden waren grenzen gesteld door de financieele mogelijk heden. Om een enkel voorbeeld te noemen zou voor een voorraad graan, veevoedergraan inbegrepen, voor 1 jaar een kapitaalsuitgave voor den aan koop noodig zijn geweest van f 73 millioen, terwijl de rente over dat bedrag 2,19 millioen per jaar zou hebben beloopen. De opslagkosten, waar voor slechts een zeer globale berekening mogelijk is, zouden voor zoo'n voorraad naar schatting 16 millioen per jaar hebben bedragen. Afgezien echter van de bezwaren van financieelen aard, bestaan tegen een zoodanig grooten voorraad ook technische en economische bezwaren, b.v. de opslagcapaciteit van granen is niet groot genoeg voor een eenigszins om vangrijken voorraad van bijvoorbeeld 1 jaar. Er zouden meer silo's moeten zijn bijgebouwd, waarmede groote bedragen zouden zijn gemoeid. Deze silo's zouden weer leeg komen te staan, wanneer de noodzaak voor het houden van groote voorraden niet meer zou bestaan. Een zoodanige overcapaciteit zal wellicht een nadeeligen invloed oefenen op de opslagtarieven en daar mee op de positie in de veemen. Overigens moet eraan worden gedacht, dat het tijdstip van het uitbreken van een oorlog nu eenmaal niet valt te voorspellen, zoodat de Regeering, indien zij eenmaal begonnen is het aanleggen van groote voorraden te bevorderen, daarmede jarenlang zou moeten voortgaan. Jarenlang zal men dus groote voorraden aanwezig weten, welke eventueel geregeld moeten worden ververscht. In het algemeen heeft dit een prijsdrukkenden invloed op de markt, hetgeen tot gevolg heeft, dat de handel minder geneigd zal zijn te koopen. Meer en meer zal de Regeering dan genoodzaakt zijn zelf te koopen met gedeeltelijke terzijdeschuiving van den handel, hetgeen juist niet de bedoeling is. Wat de critiek op de voorbereiding van de distributie en daarmee samen hangende administratieve maatregelen betreft, werd erop gewezen, dat tal van administratieve maatregelen (inlichtingen van gemeentebesturen, druk ken en opleggen van distributienoodkaarten en dergelijke) reeds vóór den oorlog waren genomen. De maatregelen van voorbereiding en uitwerking van

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 97