Artikel 10. De onzijdigheid eener Mogendheid loopt geen
gevaar door de eenvoudige doorvaart door haar territoriale
wateren van oorlogsschepen of prijzen van de oorlogvoerenden.
Gelet op de wordingsgeschiedenis van het ter Haagsche of Eerste
Codificatie Conferentie in 1930 voor tijd van vrede opgestelde
„Ontwerp-rechtsrégime van de territoriale zee" kan de in artikel
3 van dat ontwerp gegeven definitie dienen als antwoord op de
vraag, wat onder doorvaart is te verstaan 161). Blijkens dat artikel
is doorvaart de vaart, hetzij met het uitsluitend doel, de territo
riale wateren te bevaren, dan wel zich van de open zee naar de
binnenwateren te begeven of omgekeerd, terwijl onder doorvaart
mede valt het stil of voor anker liggen voorzoover zulks behoort
tot de normale navigatie of het gevolg is van gedwongen opont
houd of zeenood. Artikel 12 bepaalt voorts, dat de oeverstaat door
vaart van „vaartuigen van oorlogsmannen" 162) in beginsel niet
mag beletten doch het recht heeft, voorwaarden te stellen (zooveel
te meer heeft die Staat daartoe in oorlogstijd het recht) en dat
onderzeebooten tijdens de doorvaart boven water moeten varen.
Wat onder „eenvoudige (bij Francois „enkele") doorvaart" moet
worden verstaan blijkt, indien zulks nog niet duidelijk mocht zijn,
uit de Fransche, Duitsche en Engelsche benamingen simple pas
sage, blosze Durchfahrt en mere passage, m.a.w. de oorlogsschepen
en prijzen van oorlogvoerenden hebben zich in de onzijdige terri
toriale wateren te bepalen tot doorvaart zonder meer.
Evenals t.a.v. de toelating (art. 9 Z.O.V.) werden ter Tweede
Haagsche Vredesconferentie m.b.t. de doorvaart in hoofdzaak drie
oplossingen voorgestaan, nml. dat de onzijdige Mogendheid ver
plicht is haar toe te staan, verplicht is haar te verbieden, dan wel
vrij is haar toe te staan of te verbieden. Ook hier kon geen overeen
stemming worden bereiktwederom koos men de derde com
promis oplossing. Daarom is het van belang, kennis te nemen
van hetgeen de betrokken rapporteur, Renault, in zijn verslag
inzake art. 10 vermeldt„Uit de plaatsgevonden wisseling van
„inzichten blijkt, dat een onzijdige Mogendheid zelfs de eenvou
dige doorvaart kan verbieden door bepaalde deelen van haar
118
161) Ter genoemde conferentie werden aan de hand van antwoorden op
aan verschillende Mogendheden gestelde vragen inzake een drietal ont-
werp-regels opgesteld; zie Frangois, blz. 743. Hoewel deze regels geen
gecodificeerd recht werden en het Ontwerp-rechtsrégime van de territoriale
zee bovendien betrekking heeft op vredestijd, bevatten zij enkele bepalingen,
welke, gelet op de wordingsgeschiedenis, ook in oorlogstijd als richtlijn
kunnen dienen. Genoemd ontwerp is door Yanselow op blz. 102 e.v.
volledig opgenomen en toegelicht bij de behandeling van artikel 10 Z.O.V.
is artikel 3 van het ontwerp vermeld bij Somlo-Walz, blz. 219.
102) Deze omschrijving omvat behalve oorlogsschepen in engeren zin o.m.
ook de in I.M.T. 1940 nr. 1 op blz. 16 behandelde „Troszschiffe". Zie Van-
selow, blz. 103.