voor bestrijding vatbaar is tenzij men zich plaatst op een ander standpunt dan dat van strikte, dus werkelijke, neutraliteit. Artikel 11. Een onzijdige Mogendheid kan de oorlogsschepen van oorlogvoerenden zich laten bedienen van haar gediplomeerde loodsen. Deze bepaling beduidt, dat de daarin bedoelde hulpverleening van door den neutralen Staat aangesteld personeel geen schending van diens onzijdigheid uitmaakthet is uiteraard slechts van be- teekenis voor de neutralen, die doorvaart van of toegang tot hun rechtsgebied toestaan. In dit geval is het in het belang van den betrokken Staat dat wordt gebruik gemaakt van door hem tot het loodsen bevoegd verklaarde personendaardoor bestaat meer toe zicht op de beweging van de belligerente oorlogsschepen, wordt het opnemen van vaarwaters voorkomen en vermindert de kans op scheepsongevallen, waarvan de eigen scheepvaart groot nadeel zal kunnen ondervinden door versperring van vaarwaters a.a. 187) Hiermede is het dwingende voorschrift van art. 6 Scandinavische N.P. '38 verklaard. Wordt vervolgd). lm) Zeeman, 'blz. 741Fauchille, 14631. 120

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 18