Wegens zandbanken voor de Belgische kust zagen de Duitschers in 1914 af van het gebruik van onderzeebooten met Ostende als basis. Niemand kende echter den aard dezer banken men wist niet, of ze zich steeds op dezelfde plaats bevinden dan wel zich met een bepaalde snelheid verplaatsen, en wat met baggeren te bereiken zou zijn. Uit de oorlorgservaringen van het korps Duitsche mariniers in Vlaanderen valt heel wat te leeren. Het duinzand was tijdens de gevechten niet alleen zeer hinderlijk voor de oogen, maar ook voor de wapens, die vaak ketsten of onbruikbaar werden door uitzetten van den loop. Het bewegelijke duinzand bleek een zeer ongunstigen ondergrond te vormen voor den bouw van stellingen, terwijl in het daarachter gelegen polderland de hooge grondwater stand een beletsel vormde voor ingraven. Bij de versterking van eilanden is geologische voorlichting vaak van nog meer belang dan aan den vasten wal, daar men voor de voorziening met water en bouwstoffen en voor de bouwmogelijk heden op de voorwaarden in een eng omgrensd gebied is aange wezen. Zoo kan een foutieve boring op een duineiland leiden tot het verzouten van den geringen zoetwatervoorraad. In de nabijheid van de kust kan de chemische samenstelling van het water sterk uiteenloopen. Voor het aanmengen van beton mag geen zout-, humus- of kleihoudend water worden gebruikt. Koel- en ketelwater moeten aan bepaalde eischen van samen stelling en hardheid voldoen. Het behoort tot de taak van den militairen geoloog na te gaan, waar dergelijk water kan voor komen, en het door een chemicus te laten onderzoeken dit kan veel schade voorkomen en groote besparing geven op bouw- en onderhoudskosten. Zeer belangrijk is het geologisch vooronderzoek bij de fundee ring van zwaar geschut voor de kustverdediging. Bodemsoorten, die bij droogte een soliden indruk maken, maar bij regen ver pappen en afschuiven, moeten vermeden worden. De geoloog zal vaak na een eenvoudig onderzoek door middel van handboringen gunstiger bouwgrond kunnen aanwijzen, welke van tactisch stand punt bezien even bruikbaar moet worden geacht. Bijzonder schadelijk is het voorkomen van veen. Weinig stabiele ondergrond moet niet alleen geologisch, maar tevens met behulp van de moderne methoden der grondmechanica worden onderzocht. Wij zijn van oordeel, dat militairgeologische voorbereiding van de kustverdediging van Ned.-Indië in het algemeen, en van Java meer in het bijzonder, een eisch des tijds moet worden geacht. Hierbij dient in het oog te worden gehouden, dat de kuststreken geologisch slecht bekend zijn, terwijl men van den bodem der zee nog veel minder afweet. Wetenschappelijke kaarteering, zoo wel als onderzoek met economische doelstelling, hebben zich 130

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 28