uiteraard in hoofdzaak tot het binnenland bepaald. In de naaste toekomst zal aan de kust veel meer aandacht besteed moeten worden. De bestrijding van giftige gassen. De natuurlijke gassen, welke in ondergrondsche verblijfplaat sen, tunnels en schachten gevaar kunnen opleveren zijn vnl. koolzuur, koolmonoxyde, zwavelwaterstof en methaan. Vooral het gevaar van verstikking door uitstroomend koolzuur en vergiftiging door zwavelwaterstof is in de vulkanische streken van Java verre van denkbeeldig deskundige voorlichting is hier dus zeker op zijn plaats. De bodemgesteldheid kan van invloed zijn op het gedrag van de giftige gassen, welke bij explosies ontstaan, hoofdzakelijk kool monoxyde, en van de verschillende soorten van strijdgassen. Naar gelang van de doorlatendheid van den bodem dringen de gassen er meer of minder diep, en in grootere of kleinere hoeveelheden, in door. Colloïdale klei en met fijne spleetjes doorzet gesteente kunnen sommige gassen dagen en zelfs maandenlang vasthouden. Ook kunnen gassen zich soms langs spleten over grooten afstand verplaatsen. Tengevolge van veranderingen in den luchtdruk, bodemtrillingen e.d. kunnen de giftige gassen dagen later weer aan den dag treden en hun schadelijke werking uitoefenen, vaak op plaatsen waar men dat, zonder nauwkeurige kennis van den ondergrond, in het geheel niet zou verwachten. De giftige stóffen, welke lang in den bodem blijven hangen, kunnen het grondwater besmetten ook bij de watervoorziening dient er dus ernstig rekening mede te worden gehouden. Het behoort tot de taak van den militairen geoloog na te gaan, of er gevaar bestaat voor een dergelijke vergiftiging van het drink water, en tot hoever een opgetreden besmetting zich eventueel zou kunnen uitbreiden. Camouflage. Camouflage is in den modernen krijg, met zijn intensieve ver kenning uit de lucht, een zaak van het uiterste gewicht geworden met de geologische gesteldheid van het terrein moet ook uit dien hoofde ernstig rekening worden gehouden. De kleur van den grond vlak onder de oppervlakte en op eenige diepte kan sterk uiteen- loopen bovendien kan de kleur ten gevolge van uitdroging sterk veranderen. Het is daarom niet voldoende schuilplaatsen en onder komens met een laag grond te bedekken, maar men dient er zich ook van te overtuigen, dat de kleur in harmonie is met de omge ving en er ook op den duur niet sterk van zal gaan afsteken. In den wereldoorlog gaf de kleur van de verschillende aardlagen reeds van verre uitsluitsel omtrent de geologische en de tactische 131

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 29