5. MILITAIR-HYGIËNISCH ONDERRICHT AAN RECRUTEN VAN INHEEMSCHEN LANDAARD (V) door Dr. H. K. SCHEFFER, Officier van Gezondheid le klasse. In de voorgaande artikelen werd besproken hoe de hygië nische tucht bij de Inheemsche recruten bij het 2de depot-bataljon wordt opgevoerd, door middel van intensiever onderwijs, in combinatie met militaire opvoeding, ondersteund door eenige extra dwangmaatregelen. Is dit systeem, althans in groote lijn, ook door te voeren bij de veldbataljons en zoo ja, hoe Zijn er nog andere maatregelen te treffen c.q. voor te bereiden voor oorlogstijd Hier mogen een aantal suggesties volgen, te verdeelen in I. reglementeering en administratieve bepalingen. II. het opvoeren van de hygiënische tucht. III. specifieke, tegen iedere ziekte aparte, maatregelen. IV. diversen. I. Reglementaire en administratieve bepalingen. Zooals reeds werd opgemerkt, de leiding en dus de verantwoor delijkheid berust in één hand, nl. in die van den commandeeren den officier. De officier van gezondheid is niet meer en ook niet minder dan medisch adviseur. In onze voorschriften wordt het begrip „hygiënische tucht" niet genoemd als onderdeel van de krijgstucht, maar wanneer we lezen wat in art. 1 van het R.K. de krijgstucht omvat en eischt, dan spreekt het wel vanzelf dat de hygiënische tucht ook daar onder valt. Voorts bevat het R.K. het volgende inzake hygiëne, in art. 22 resp. 26 „Den militair is verboden zich te buiten te gaan aan alcohol houdende dranken" en „zich op te houden in woningen of inrich tingen, waarvan hem bekend is, dat daarin handelingen worden gepleegd in strijd met de goede zeden of waarvan door het bevoegd militair gezag de toegang aan militairen is ontzegd". „De militair zal steeds goede zorg dragen voor zijn uiterlijk voorkomen, zoo wat zijn kleeding als zijn lichamelijke zindelijk heid betreft, en is gehouden tot stipte nakoming van de voorschrif- 138

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 36