streekschen steun de door het terrein oprukkende infanterie
échelonsgewijze dezen steun moet kunnen blijven geven. Een
in stelling staande batterij of afdeeling', welke voor deze steun-
verleening op te grooten afstand van de infanterie is gekomen,
moet zooveel snelheid kunnen ontwikkelen, dat tijdig vóór de
volgende stellingname deze afstand kan worden ingeloopen. Een
eenvoudige grafiek toont aan, dat de snelheid van de infanterie
door het terrein stellende op 3 km per uur het voldoende is,
indien de steunende artillerie een snelheid door het terrein en
langs de daarin voorkomende wegen kan ontwikkelen van gemid
deld 7 km per uur. (N.B. Tenzij door de infanterie de voorwaart-
sche beweging nu en dan tijdelijk wordt gestaakt, zal de berg-
artillerie voor de vervulling van een dergelijke taak derhalve
niet geschikt zijn).
Verplaatsing langs de goede wegen zal op het gevechtsveld
veelal niet over groote afstanden geschieden. Groote snelheden
zijn uit dien hoofde niet bepaald noodzakelijk. Anders staat dit
echter ten aanzien van de zoogenaamde stategische mobiliteit
welke doorgaans betrekking heeft op verplaatsing langs groote
wegen over groote afstanden. Hierbij is een zekere snelheid wel
een vereischte.
Voor de mobiele artillerie, met uitzondering van het luchtdoel
geschut, kan een snelheid voldoende worden geacht, welke over
eenkomt met de gemiddelde snelheid per uur van groote troepen
verplaatsingen per trein. Een gemiddelde uursnelheid langs goede
vlakke wegen van 35 a 40 km komt alleszins bevredigend voor.
Bij de formuleering van de eischen, aan het tractiematerieel
van de mobiele luchtdoelartillerie te stellen, dient men zich dui
delijk voor oogen te houden, dat, zooals reeds werd opgemerkt,
het ld.geschut in algemeenen zin in de onmiddellijke nabijheid
van de wegen zal worden gebruikt, ter bescherming van vlieg
velden, bivaks, kunstwerken als bruggen, emplacementen,
uitlaadstations enz. Ter beveiliging van marschcolonnes zal het
geschut veelal worden opgesteld in de onmiddellijke nabijheid
van den marschweg (b.v. in front of achter de colonne) en op
zijwegen. Hieruit volgt dat de mobiele luchtdoelartillerie met
groote snelheden moet kunnen worden vervoerd de mogelijkheid,
het materieel door het terrein te kunnen verplaatsen, komt op
de tweede plaats. Dit wil zeggen, dat aan het aan te schaffen
tractiematerieel in eerste instantie de eisch moet worden gesteld,
met een getrokken vuurmond langs goede wegen een groote
snelheid te kunnen ontwikkelen. Vorenstaande eischen nader
omschrijvend, zal een snelheid moeten worden gevraagd van zeker
60 a 70 km per uur. Hetzelfde geldt uiteraard voor eventueel in
te deelen munitie-auto's, auto's met commandomiddelen enz.,
terwijl het personeel grootendeels mede een plaats moet vinden
op deze voertuigen.
150