7. CHINA.
Van onzen Correspondent).
In den militairen toestand in KwangSi heeft de maand December
geen verandering van beteekenis gebracht ondanks het feit, dat
de Japanners de sterkte van hun troepenmacht aldaar tot
3 divisiën de le, 4e en 5e hebben opgevoerd. Daartegenover
hebben de Chineezen eveneens geleidelijk meer troepen in het
veld gebracht met behulp van het onlangs voltooide 140 km lange
spoorbaanvak, dat KweiLin met LiuChow verbindt. Ook werd
het 5e Chineesche tankkorps maar het front in KwangSi gezonden.
Door deze toevloeiing van versterkingen aan beide zijden nam
de strijd a cheval van den weg NanNingPingYüanTaTaMa
LiuChow ongekend hevige afmetingen aan. Deze strijd duurt nog
voort en gaat thans om het bezit van den KumLunKwan (pas)
op 40 km ten n.o. van NanNing. Deze pas, waarom voor duizend
jaren reeds ernstig werd gevochten, windt zich ter lengte van
ongeveer 8 km door een zeldzaam woest bergland, gevormd door
steile kegelvormige pieken met soms loodrechte wanden. Onder
hevige gevechten en zware verliezen aan beide zijden slaagden
de Japanners erin ondanks de heftige tegenaanvallen der Chinee
zen, langzaam voorwaarts te rukken. Na dagen van strijd gelukte
het den aanvaller, omtrekkende langs bergpaden, op 12/12 het
hoogste punt van den pas te bezetten. Hij werd in deze operatie
krachtig gesteund door zijn luchtmacht, welke ongestoord de
overigens vrijwel stormvrije bergposities der Chineezen kon bom
bardeeren en met mitrailleurvuur bestoken en daardoor onhoud
baar maken. Daarmede was de strijd hier geenszins afgeloopen.
Op den 18den hernamen de Chineezen den pas en trachtten verder
zuidwaarts den hevigen tegenstand der Japanners te overwinnen.
Zij slaagden daarin echter niet. Op 21/12 was de pas weer in
handen der Japanners, die hem evenmin konden houden en op
den 25sten nogmaals moesten veroveren. In den strijd hier zouden
de Chineezen op den 25sten 32 tanks hebben gebezigd, waarvan
de Japanners er 9 zouden hebben buitgemaakt. Laatstgenoemden
beweren, dat de Chineezen de tanks gebruikten volgens de door
de Russen bij NoMonHan gevolgde tactische beginselen. Deze
tactiek had den Chineezen echter geen succes gebracht, daar de
Chineezen niet over vliegtuigen beschikten, zonder welke zij niet
toe te passen was. Het klinkt intusschen lichtelijk onwaarschijnlijk,
dat de Chineezen hoewel geïnstrueerd door de Russen, hier in
de bergen de tactiek door de laatsten in de steppen gebezigd,
zouden hebben willen toepassen.
158