afdeelingen en groepen, ja zelfs van regimenten, persoonlijk hun eenheden leiden en de fucties van navigator en schutter vervullen. In verscheidene gevallen treden stafofficieren en officieren van den tech. dienst als bestuurder op. Monteurs en mitr. schutters, met een speciale schietopleding van 3 maanden, doen dienst als schutter. De radioverbinding wordt verzorgd door een speciaal opgeleiden marco nist. De bemanning van den 2-motorigen bwr. telt 5 tot 7 man. Organisatie. De bomb, vliegdienst is georganiseerd in z.g. onafhankelijke regi menten en in gemengde regimenten. Eerstgenoemde bevatten de zware bomb, afdeelingen (T.B.Z.-vlgn.) de laatste zijn samengesteld uit groepen (bataljons) lichte eenmotorige bwrs. en groepen lichte 2-motorige bwrs. (L.B.-93). De laagste tactische eenheid bij den bomb, vliegdienst is de afdeeling (compagnie) van 9 vlgn. De afd. lichte bwrs. bestaat uit 3 twee- motorige vlgn. (voor de patrouille-commandanten) en 6 een-motorige vlgn. De organisatie van de groep van 2 of 3 afdn. is berekend op een zelfstandig optreden. De groep is gewoonlijk op een afzonderlijke vlieg basis gelegerd. Het regiment vormt de hoogste tactische eenheid en is voorzien van alle diensten en middelen, noodig voor oefening, gevecht, aanvulling en technische voorzieningen. Verdeeling van de onderdeelen over de vliegbases. Volgens het Jap. dienstvoorschrift wordt niet meer dan één groep op een vliegterrein gelegerd soms bedraagt dit zelfs slechts één afd. bwrs. Het regiment omvat aldus minstens 2 of 3 vliegvelden, plus een reserve vliegterrein. Bij de actie in China bleek echter de neiging te bestaan tot grootere concentratie, waardoor uiteraard commando voering en onderhoud worden vergemakkelijkt. Volgens persberichten waren soms ongeveer 100 vlgn. op één luchtbasis te zamen gebracht. Onnoodig te zeggen, dat zulks een zeer groot risico t.a.v. een verras senden luchtoverval beteekent. Formaties. Als grondvorm van de bomb. afd. wordt de V-formatie toegepast, met elke patrouille eveneens in V-vorm. Een enkele maal bij kleine formaties tot hoogstens één afd. de colonneformatie met eenen. Bij groote formaties wordt als regel in colonnevorm gevlogen, met de afdeelingen in V-form. (een en ander dus geheel als bij ons. R.). Een bijzonderheid is de reeds genoemde samenstelling van de afdn. lichte bwrs., waarbij elke patrouille bestaat uit één 2-motorig en 2 eenmotorige vlgn. De patn. odt. (een officier) vliegt dan het 2-motorige toestel de beide andere vlgn. worden door een onder officier of soldaat-vlieger bestuurd. Het luchtgevecht. In het defensief wordt een gesloten formatie behouden om elkaar onderling te steunen zulks ter opvolging van het voorschrift„Vuur niet op dengene, die U misschien wil aanvallen, doch vuur op dien, waartegen Uw kameraad zich niet kan verweren". Ten behoeve van een goede vuurconcentratie in het gevecht is een voortdurende plaats wijziging in de formatie noodig in de patrouille gebeurt zulks door het naar boven of beneden gaan van de twee volgvlgn. in de afdeeling kiezen de patrouilles een zoodanige in hoogte- of breedterichting geëchelonneerde opstelling, dat zooveel mogelijk vuurwapens in

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 78