185
ook weten dat hard wegloopen voor vewn. gevaarlijker is, dan stil ter plaatse
blijven staan. Zijn munitie moet hij niet op de tanks verschieten, doch
bewaren voor de volgende inf. enz.hierdoor heeft hij bovendien meer
kans niet door het vij. vew.personeel te worden gezien. Ook is het voor
hem van veel belang het profiel van vij. vewn. te kennen en bekend te zijn
met hun bewapening.
Zeer terecht merkt S. op dat de wetenschap, dat in de voorste inf.lijn anti
tankwapens staan, er in sterke mate toe kan bijdragen, een paniek bij de
inf. te voorkomen hij moet tevens goed bekend zijn met de uitwerking van
het eigen geschut.
Na aan de hand van het bekende boek van mj. von Schell het tactisch
gebruik te hebben behandeld, komt S. tot de conclusie, dat inf. welke is
uitgerust met anti-tankwapens en zoowel tactisch als technisch heeft geleerd
deze wapens te gebruiken, tegen vewn. volstrekt niet weerloos is. Onthoudt
men echter deze wapens aan de inf., dan kan zij niet gevechtsvaardig worden
genoemd, want het terrein zal niet altijd het gebruik van vewn. onmogelijk
maken.
Ld. bestrijding door inf. eenheden.
Kap. X. wijst er in de R d'Inf. van Sept. op, dat in de meeste legers de inf.
wel over Id.bestrijdingsmiddelen beschikt, doch dat nog weinig eenheid in
opvatting omtrent het gebruik bestaat.
Vliegtuigacties beneden de 1500 m vallen binnen het bereik der inf.
daarboven kan men de verdediging aan de ld.art. toevertrouwen. Voor vlgn.
zijn de voornaamste inf.doelentroepenverzamelingen tijdens marsch of
stilstaande convooien kantonnementen. In Spanje schijnt men tegen derge
lijke aanvallen weinig gebruik te hebben gemaakt van de gewone inf.wapens,
die toch tegen laag vliegende vlgn. zoo'n aanzienlijke uitwerking kunnen
hebben, doch werden 'hetzij doordat men verrast werd, dan wel door een
onjuiste opleiding alleen de ld.bestrijdingswapens in actie gebracht.
Troepen, welke per spoor worden vervoerd, zullen zich tegen aanvallen
beneden de 1500 m zelf moeten verdedigen tegen aanvallen van grootere
hoogten moeten door hoogere cdtn. maatregelen worden genomen.
Autocolonnes zijn zelfs van 5000 m hoogte zeer zichtbaar. De groote snel
heid en het smalle doel zijn oorzaak, dat vlgn. hiertegen bij voorkeur zullen
optreden door een aanval in scheervlucht (a.i.s.) waartegen de troep zich zelf
moet beveiligen.
Troepen te voet zijn boven de 3000 m niet waarneembaar troepen, welke
van gunstige weggedeelten gebruik maken, worden dikwijls niet ontdekt
alleen de treinen zijn zeer trefbaar. Op dergelijke colonnes is alleen door a.i.s.
succes te verkrijgenwanneer tijdig gewaarschuwd en afweermaatregelen
tijdig worden genomen, is weinig gevaar te duchten.
Wanneer de inf. voor het gevecht is verspreid, kan de uitwerking van vlgn.
slechts zeer gering zijn.
De beste afweer tegen vk.vlgn. krijgt de inf. door de passieve middelen
nachtelijke verplaatsingen en maskeering. Tegen vlg.acties op groote hoogte,
kan zij niets doen dit is een zaak voor den A.B., die over ld.art. beschikt.
Tegen laag en op middelbare hoogte vliegende vlgn. zijn verschillende maat
regelen mogelijk. Zijn alle passieve maatregelen genomen, dan is het beter
tegen vk.vlgn. geen afweerwapens in werking te brengen, daar de door de
passieve middelen onzichtbaar geworden troepenonderdeelen hierdoor hun
aanwezigheid verraden. Zijn de passieve middelen niet voldoende, dan is
afweer noodig om de vij. vlgn. op grootere hoogte te dwingen en aldus de
detailverkenning te beletten. Toch behoort het afweren van vk.vlgn. op
middelbare hoogte in het algemeen ook tot de taak van de algemeene lucht
verdediging, in tegenstelling met het optreden tegen laagvliegende vk.vlgn.,
hetgeen een aangelegenheid is, welke rechtstreeks de verkende troepen
aangaat.
Tegen aanvallende vlgn. beloven de passieve middelen (diepe loopgraven
verspreiding van doelen, gebruik maken van dekkingen) eveneens veel