317 2-wielige karretjes met tandem-bespanning werd beproefd, de nadeelen hieraan en überhaupt aan elk soort getrokken voertuig voor de cavalerie (moeilijke besturing, labiel evenwicht in het terrein, ongeschikt voor snelle gangen, slingeren en een snel verbruik van de paarden). Zoodoende is men in Duitschland tot het pakpaard overgegaan. In de mogelijkheid de noodzakelijke wapens op den paardenrug mee te voeren, ziet S. het doel, „eine kampfkraftige schnelle Truppe von höchster Gelandegangigkeit", bereikt. Het pakpaard moet de cavalerie in eiken gang en elk terrein kunnen volgen. Door een juiste bevestiging van den last moet draaien en slingeren, dat vooral bij snelle gangen optreedt, voorkomen worden, dus ligging van den last zoo dicht mogelijk boven het zwaartepunt van het paard, juiste gewichtsverdeeling van den last en voortdurende controle tijdens den marsch. Zooals men van den ruiter op marsch een juisten zit verlangt, moet men ook van den last een constant juiste ligging eischen, anders zijn druk kingen en uitvallen van het paard het gevolg. De cavalerie-paklast moet zoo eenigszins mogelijk onder 1/5 van het eigen gewicht van het paard blijven, anders zijn zware marschen niet mogelijk. Voorts is het rijden van het juiste draftempo van groote beteekenis. Pakpaardtypen vindt men in elk eskadronongeschikt zijn paarden met te gecadanseerde gangen. Het werken met pakpaarden is niet eenvoudig, maar is volgens S. de eenige weg voor de cavalerie om haar beweeglijkheid te behouden en toch voldoende zware wapens en munitie mee te voeren. Daar dit de Am. en Zwits. cavalerie uitstekend is gelukt, moet het ook de Duitsche cavalerie gelukken. Voortdurend toezicht van de betreffende commandanten is noodig. De Military Review nr. 73 geeft een uittreksel van het bekende artikel „Französische Grundsatze über Verwendung mechanisierter und motori- sierter Einheiten und der Abwehr dagegen". (Kraftfahr-kampftruppe). Dat moderne groote, gemotoriseerde verbanden bij hun inzet ook uitge breide en ver uitgeschoven beveiliging en verkenning en dus weer snelle en sterke lichte troepen behoeven, spreekt vanzelf. Hoofdstuk „Principles for the Employment of Large Cavalry Units", zegt o.m. I. Eigenschappen der Cavalerie. Cavalerie is het wapen der beweging. Ze kan haar vuurkracht zeer snel verplaatsen. Cavalerie verkent, beveiligt en vecht in samenwerking met de andere wapens. Tot deze cavalerie behooren bereden, gemotoriseerde (cavaleristen op auto's, motorrijders) en gemechaniseerde (pantserauto's en vechtwagens) eenheden. De bereden en gemotoriseerde eenheden strijden normaal te voet en hebben dezelfde bewapening als de inf. De gemechaniseerde onderdeelen zijn voorzien van mitr. en geschut achter pantser en hebben de beschikking over radio. De groote cavalerie-eenheden zijn beweeglijk en rijk voorzien van vuur wapens en in het bijzonder van pantservoertuigen, hierdoor zijn zij in staat te zamen met de andere groote verbanden door snelle, krachtige stooten in den slag in te grijpen, of ze worden als reserve gehouden. Deze cavalerie bestaat uit zelfstandige, groote eenheden, zooals cavalerie divisie, cavalerie-korps en gemechaniseerde lichte divisie. Deze eenheden beschikken voor eigen veiligheid over verkenningsdetachemeiten. Kenmerkend voor groote cavalerie-eenheden zijn beweeglijkheid en vuur kracht. De graad van haar gevechtskracht hangt af van de uitrusting aan art. en pantserstrijdkrachten. De verschillende elementen van de groote cav.- verbanden moeten bij de operatiën afzonderlijk worden geleid n.l. de bereden, bespannen en gemotoriseerde deelen en de cavalerie-tanks. De beweeg lijkheid dient te worden uitgebuit, om den tegenstander op de meest kwets bare plaats aan te grijpen, in voorkomend geval gelijktijdig in front en op de flank.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 105