325 14. VAN HET WERELDTOONEEL. (Met een schets). In den oorlog tusschen Duitschland en de Geallieerden viel ook in Februari te land niets van belang voor. Omtrent de versterking van de strijdkrachten van laatstgenoemden valt te vermelden, dat een tweede groep Canadeezen Engeland bereikte en van het verste O. uit een opschuiving van troepen plaats had. Br.-Ind. onderdeelen staan thans in Frankrijk, Australisch-Nieuw- Zeelandsche troepen in Egypte, terwijl daarnaast eenheden staan in Irak, Syrië, den Libanon, Palestina, Aden en Br.-Indië. Albion schijnt derhalve terdege te zijn voorbereid op alle mogelijke gebeurlijkheden in het Nabije en Midden Oosten. De bedrijvigheid in de lucht leidde weder herhaaldelijk tot schendingen van de vooral Nederlandsche onzijdigheid. De Britsche actie bepaalde zich tot verkenningsvluchten, in het bijzonder bij nacht, terwijl het Duitsche optreden zich in hoofdzaak richtte tegen zeestrijdkraehten en handelsvaar tuigen. Hoe belangwekkend het ook zou zijn, omtrent de resultaten het e.e.a. te vernemen, valt door de eenzijdige berichtgeving nog steeds geen juist beeld te verkrijgen. Zoo vernam de wereld eerst langs een zeer grooten omweg, dat Scapa Flow na het zoo succesvolle binnendringen van een Duitschen onderzeeër door de Britsche marine als basis zou zijn verlaten die zich in Schotland thans zou baseeren op de Firth of Forth en de Firth of Clyde. Voorts zouden de Nelson, Hood, Repulse en Warspite zwaar zijn beschadigd door torpedo's en mijnen, terwijl zulks als gevolg van lucht bombardementen het geval zou zijn met de Iron Duke, het vliegkampschip Ark Royal en de brug over de Firth of Forth. Van dit alles erkende Churchill het verlaten van Scapa Flow en de beschadiging van de Nelson en de Barham, die echter reeds bijna zouden zijn hersteld. De handelsoorlog werd met toenemende verbittering voortgezetde onzij- digen die zich nu eenmaal niet met wapengeweld verdedigen hoewel de beide oorlogvoerende partijen dit niet ongaarne zouden zien kregen rijkelijk hun deel. Ook Nederland werd weder zwaar getroffen nog was het protest inzake de torpedeering van de Arendskerk de deur niet uit, of de Burgersdijk onderging eenzelfde lot, hetwelk nog later ook de Tara deelde, terwijl verschillende andere schepen verloren gingen door stooten op mijnen. Het is begrijpelijk, dat de verbittering in alle onzijdige landen tot uiting kwam, soms op een voor de oorlogvoerenden minder vriendelijken toon. Al naarmate deze verbittering den eenen oorlogvoerende geldt of zijn tegenpartij toont hij zich verbolgen over de onneutrale uitlatingen of ver ontwaardigd over de lijdzaamheid van de onzijdigen, die zich hoe langer hoe meer bevinden „between the devil and the deep sea". Hoezeer wordt de in het begin van den oorlog door onzen minister uitgesproken waar schuwing bewaarheid, dat de positie van de neutralen veel ernstiger dreigt te worden dan zij tijdens den wereldoorlog ooit was Het ergst ondervond Noorwegen dit door het Altmark-incident. Het is o.i. nog niet de tijd, uit te maken of en zoo ja in hoeverre de Noren in gebreke zijn gebleken bij de handhaving van hun neutraliteiter ontbreken nog te veel gegevens. Vast staat echter, dat de Cossack door het op geweld dadige wijze binnen de Noorsche territoriale wateren van boord halen van zich op de trosschip van de Graf von Spee geheeten Altmark gevangen gehouden opvarenden van door dien oorlogsbodem vernietigde Britsche koopvaardijschepen een ernstige neutraliteitsschending beduidt. Chamberlain gaf zulks toe doch sprak van „slechts een technische schending" en had het

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 113