326
over het volkenrecht zooals Engeland dat uitlegt. Dit laatste was koren op
den molen van de tegenpartij, wier woede wel zal zijn aangewakkerd door
het leedvermaak van haar tegenstanders zij dreigde met verdere verscher
ping van den handelsoorlog. De V.S.A. informeerden belangstellend naar
de bedoeling of zij antwoord kregen werd niet vermeld. Misschien kregen
zij het inderdaad niet het schijnt mede tot de huidige tactiek van de
oorlogvoerenden te behooren, aan beide ooren Oost-Indisch doof te zijn
voor de neutralen. Wellicht kregen de V.S.A. wel antwoord doch vernamen
wij het nietmen denke daarbij aan de verzuchting „we want information,
but we only get propaganda". Overigens heeft Washington niet te klagen
de groote onzijdigen worden nog steeds zoo braaf ontzien, dat daaromtrent
in het Engelsche parlement een vraag werd gesteld. Van belang waren in
dit verband nog de redevoeringen van den Britschen premier. In het begin
van de maand noemde hij Churchill's felle aanklacht tegen de neutralen
wegens hun niet partij kiezen een „praatje bij den haard"; Engeland betwistte
den onzijdigen zeker niet het recht, zich aan den oorlog te onttrekken, doch
zij zouden dan ook niet het recht hebben, aan te zitten bij de onderhand
delingen over den vrede, tijdens welke naar Britsche opvattingen zoowel
de staatkundige als de economische verhoudingen zouden moeten worden
herzien. Doch ook hier behoeven de groote neutralen zich geen zorgen te
maken zij beschikken wel over de middelen, hun wenschen kenbaar te
maken en daarmede te doen rekening houden. Met de kleine onzijdigen
staat dit anders het zou wel eens kunnen zijn, dat zij het gelag moeten
betalen. Dit is een somber geluid, somberder nog dan dat van onzen minister
over de positie van de neutralen tijdens den oorlog. Toch houde men er
rekening mede; Chamberlain's tegenspelers uitten zich reeds in overeen-
komstigen zin. Ten slotte maakte de prime-minister nog de opmerking, dat
wanneer de onzijdigen overlast ondervinden van de Britsche maatregelen,
zij wel moeten bedenken, dat Engeland geen verlies van menschenlevens
kan worden verweten, doch dit doet denken aan de bekende vraag, wat
er eerder was, de kip of het ei
Wat zal de oorlog verder brengen? Hitler's bespreking met de bevel
hebbers van leger, vloot en luchtmacht werd niet beschouwd als een zeker
in oorlogstijd toch normaal verschijnsel doch gaf aanleiding tot de orakel
uitspraak dat in Maart aanvallen waren te verwachten op alle mogelijke
en onmogelijke (sic!) punten. Soortgelijke uitspraken werden de wereld
rondgeseind na de bijeenkomst van den oppersten fascistischen defensie
raad. Hoare Belisha propageerde optreden in Scandinavië, noemde Noorwegen
zelfs een pistool, gericht op de borst van Engeland. Ook verdiepte men zich
weder in tal van gissingen omtrent een aanval van Duitschland op Nederland,
België dan wel beide landen. Anderen zien den strijd is grooter verband en
meenen dat het zal gaan om de twee poorten naar O.-Europa, de Sont en
de Dardanelles met omgeving. Is dit vermoeden gegrond op geruchten
omtrent oprichting van een „Nordwall" Z. van de Duitsch-Deensche grens
en de aanwezigheid van Engelsche versterkingskundigen te Adrianopel en
Constantinopel, welke geruchten bereids werden tegengesproken, of is het
omgekeerde het geval Het blijft bij gissen waarbij een ieder de zeer ver
klaarbare neiging heeft, datgene als juist aan te nemen, dat hem het minst
schade berokkent.
Naast al die vermoedens staan dan weer de geruchten over een naderen
den vrede ook hier is de wensch veelal de vader van de gedachte. Ditmaal
werden aan Duitsche zijde de volgende voorwaarden toegeschrevengeen
schadevergoedingen, oplossing van de economische vraagstukken, Sudeten-
land blijft Duitsch evenals de vóór „Versailles" Duitsche gebieden van
Polenvolkstemming in Oostenrijk onder Fransch-Duitsch-Engelsch-
Oostenrijksch toezicht beslissing omtrent de overblijvende deelen van Polen
en Tsjecho-Slowakije in Fransch-Duitsch-Engelsch overleg. Ook hier wordt
zulks in tegenstelling met 1918-1920 aandacht geschonken aan de
economische vraagstukken, doch of het de bedoeling is, dat de neutralen
daarover mogen medepraten is niet duidelijkwel, dat zulks m.b.t. de