329 strijd als eischen werden gesteld, derhalve afstand van het schiereiland Hangö, van de vier eilanden in de Finsche golf en van een terreinstrook op de landengte van Karelië. De harde werkelijkheid schijnt voorloopig wel te zullen zijn, dat de Finnen deze eischen moeten inwilligen. Niemand zal het wagen, daar iets oneervols in te zien. Bovendien, zoo zegt men aan geallieerde zijde, zal die afstand slechts tijdelijk zijn bij den vrede zullen alle veroveringen immers ongedaan worden gemaakt. Dus terugkeer naar de grenzen van Versailles Het valt te hopen, dat de geschiedenis dezen staats lieden iets heeft geleerd en zij wangedrochten als den Danziger Corridor dood en begraven laten. Merkten scherpzinnige lieden aan geallieerde zijde niet reeds in 1919 op, dat de instelling daarvan den grondslag legde voor een nieuwen oorlog Richten wij thans den blik naar Z.O.-Europa, waar te Sofia de Balkan conferentie plaats had. Wie van deze bijeenkomst veel had verwacht, is bedrogen uitgekomen. Er werd „volledige overeenstemming bereikt". Hoe kon het anders waar de struikelblokken Hongarije en Bulgarije, beide niet- lid van den Balkanbond, zich niet konden doen hooren. Naar men wil heeft Hongarije trouwens op aandrang van Italië voorloopig berust in den bestaan- den toestandhet Italiaansche revisionnisme wil eveneens alle wenschen ter vredesconferentie ter tafel te brengen. Hongarije kan moeilijk anders nu het grenst aan Duitschland dat voor alles vrede wil onder zijn afnemers en leveranciers op den Balkan, en Rusland, waarmede het op niet al te goeden voet staat. Bulgarije is in dit opzicht vrijer en vertoont zelfs eenige toenadering tot Moskou. Ondanks de bereikte overeenstemming omtrent bewaring van den vrede op den Balkan voelt Roemenië zich blijkbaar niet heel erg veilig het heette den eisch te hebben gesteld van garantie van zijn grenzen door zijn bondgenooten Joegoslavië, Griekenland en Turkije, bij niet voldoening aan welken eisch het die garantie aan Duitschland zou vragen in ruil voor algeheele economische oriënteering op dien staat. Alsof de handelsoorlog op den Balkan nog te gering van omvang ware en de geallieerden in een zoodanige oriënteering zouden berusten Het tegendeel is waarhet Roemeensche uitvoerverbod van vliegbenzine beteekent een punt in hun voordeel en het bericht omtrent de nieuwe reis van den Duit- schen onderhandelaar Dr. Clodius, prompt gevolgd door de mededeeling, dat Engeland en Frankrijk actief blijven, spreekt boekdeelen. Men wil, dat de Geallieerden tot de slotsom zijn gekomen, dat de blokkade in het O. volkomen faalt en er daarom toe zijn overgegaan op den Balkan alles op te koopen, wat voor Duitschland van eenige waarde kan zijn. Het Nabije en Midden Oosten stond weder in het oentrum van de belang stelling heette het vroeger, dat Rusland daar mogelijk het initiatief zou nemen, thans wordt dit toegeschreven aan de Geallieerden waarbij dan de bedoeling zou voorzitten, Moskou ook na liquidatie van het Finsche incident zoodanig te binden, dat het voor Berlijn, waarmede zoojuist een handels verdrag werd gesloten, een waardelooze bondgenoot zou blijven. Voor Br.-Indië zou Rusland volgens een verklaring van Londen geen gevaar opleveren terrein en klimaat zouden een optreden door Iran en Afghanisten onmogelijk maken terwijl het Moh. geloof voorts een dam zou vormen tegen het Westersch imperialisme. Dit alles klinkt zeer fraai doch weinig overtuigend m.b.t. de eerstgenoemde twee factoren leerde Abessynië toch ook wel iets al gaat een vergelijking niet volledig op. En wat het geloof betreft, wanneer de wolf op roof uitgaat zal hij zich wel in schaapsvacht hullen Tenslotte is een tijdelijk samengaan om opportuniteitsredenen nooit uitgesloten Mohammedanisme, nationalismeniet alleen Moskou weet alles op zijn tijd als middel aan te wenden ter bereiking van het eigen doel In Z.-China gingen de Japanners „zegevierend" van Pingyang terug op Nanning waarna zij vrij plotseling oprukten in de richting van de grens met Indo-China. Hoe weinig bezet China nog tot rust is gekomen bleek weder uit de landing, welke Japanners blijkbaar genoodzaakt waren op het schiereiland Sjantoeng uit te voeren. Ook in het N.O. is het nog alles behalve pais en vree om Pautou werd met afwisselend succes gestreden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 117