3. INZET EN GEBRUIK VAN FUSELIEREENHEDEN BIJ DE VERDEDIGING (III). door B. F. A. SCHILMÖLLER, Kapitein der Infanterie. A. Algemeene beschouwingen. De verdediging heeft ten doel, den vijand het betreden van een bepaalde terreinstrook te beletten [A.T.V. II pt. 64 (1)]. Bij deze gevechtshandeling treedt het element vuur bijzonder op den voor grond ter bereiking van het gestelde doel dient de vijand met vuur tot staan te worden gebracht. Het defensief vermogen van een troepenmacht wordt dan ook hoofdzakelijk bepaald door haar vuurkracht. Deze vuurkracht zetelt voornamelijk in de mitrail leurs, de hoofdvuurkracht van de infanterie aangevuld en ver sterkt door de karabijnmitrailleurs, de voornaamste vuurkracht van de fuseliercompagnieën. De geweer(karabijn-)dragenden van de fuseliercompagnieën dienen eveneens voor aanvulling en/of versterking van het vuur der mitrailleurs, meer in het bij zonder binnen den afstand van 200 m daarnaast zijn zij bestemd voor het gevecht met het blanke wapen. Het inzetten van fuse liereenheden bij de verdediging beteekent derhalve in de eerste plaats het inzetten van vuurkracht ter aanvulling en/of ver sterking van het vuur der mitrailleurs, in de tweede plaats het inzetten van stootkracht. Uit een technisch oogpunt beschouwd heeft de verdediging slechts één vorm standhouden tot het gevechtsdoel is bereikt. Het gevechtsdoel is voor den inzet van vuurkracht en van stoot kracht daarom van overheerschende beteekenis. In sommige gevallen kan naar berekening de opdracht of de zich zelf gestelde taak vervuld zijn vóórdat de tegenstan der den tijd heeft gehad om met een overmacht aan middelen de stelling aan te vallen [pt. 74 (1)]. De inzet aan vuurkracht zal in dit geval er op gericht zijn om door vorming van een krachtig, aaneengesloten vuurfront de voorwaartsche beweging van 's vijands voorste afdeelingen te stoppen en hem te noodzaken om tot een zorgvuldig voorbereiden aanval met zijn hoofdmacht over te gaan; hiertoe worden de vuurwapens in hoofdzaak over de breedte van de stelling verdeeld de keuze omtrent de plaats 229

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 17