van de stelling, zoomede de frontbreedte is er op gericht dat het
vuurfront niet door een eenvoudige manoeuvre kan worden ver-
onzijdigd. Door aldus den tegenstander voor het optuigen van
zijn aanval een 'belangrijk tijdverlies op te leggen, verwaoht
de verdediger in staat te zijn om met weinig offers te kunnen
voldoen aan zijn opdrachtstandhouden tot een bepaalden toestand
is bereikt c.q. standhouden tot een bepaald tijdstip. Opgemerkt
dient te worden dat, voorgeval de terreingesteldheid den aan
valler niet onomstootelijk tot een tijdroovende voorbereiding van
zijn aanval dwingt, de hier beoogde tijdwinst veelal met minder
risico kan worden verkregen door het voeren van een vertragende
actie.
In andere gevallen is de opzet van de verdediging om een over-
madhtigen vijand bepaaldelijk tot staan te brengen, om aan zijn
beslissenden aanval het hoofd te bieden. De inzet van vuurkracht
mag in dit geval niet uitsluitend beoogen om den vijand het door
schrijden van het voor de hoofdweerstandslijn gelegen terrein te
beletten rekening behoort te worden gehouden met een poging
om de stelling door een overvleugeling, een omvatting of een
doorbreking te vermeesteren.
Tegen een mogelijke overvleugeling of een omvatting is het
inzetten van vuurkracht op den blootgestelden vleugel en op de
open flank hoofdzakelijk op deze flank moet van huis uit over
de geheele diepte een krachtig vuurfront worden georganiseerd.
De eerste afweermaatregelen bestaan derhalve in een verdeeling
van de vuurkracht over de diepte ter plaatse van den vleugel.
Daarnaast behooren op de blootgestelde flank vuurkracht en
stootkracht, plaatselijke reserves, aanwezig te zijn om tegen de
omvattende en/of overvleugelende actie van den vijand op te
treden [pt. 97 (1)
Om aan een doorbreking het hoofd te kunnen bieden, moet het
streven zijn te voorkomen, dat binnengedrongen afdeelingen het
succes in de breedte en in de diepte kunnen uitbreiden (z.m.
opeenvolgende lijnen van weerstand en grendelstellingen inrich
ten) waartoe de vuurkracht dus over de breedte en over de
diepte moet worden verdeeld. Hand aan hand met de verdeeling
in de diepte van vuurkracht, gaat die van stootkracht bestemd
om een verder doordringen te beletten en voor het terugwerpen
van binnengedrongen, vijandelijke afdeelingen.
Uit het vorenstaande moge blijken, dat het vraagstuk betref
fende den inzet en het gebruik van fuseliereenheden bij de ver
dediging wordt beheerscht door den duur van deze gevechtshan
deling, door den factor tijd.
Gevechtshandelingen welke een tijdelijk defensief karakter
dragen als
het optreden van voorposten bij de rustbeveiliging,
het innemen van een offensief bruggenhoofd,
230