gen, het optreden tegen een omvattende en/of overvleugelende
actie voldoen.
Als slot van vorenstaande beschouwingen betreffende de diepte-
groepeering der fuseliereenheden bij een verdediging om tijdwinst,
dient nog te worden vermeld, dat deze diepte-groepeering uiter
aard nimmer op zich zelf kan worden beschouwd, doch steeds mede
gebaseerd behoort te zijn op de verdeeling over de breedte en de
diepte van de mitrailleurs.
Thans de vraag hoe het bataljon in zijn nieuwe samenstelling
optredende in le en 2e linie bij de verdediging om tijdwinst
kan worden gegroepeerd.
De breedte van het in te nemen front brengt als regel mee dat
een zoo groot mogelijk aantal fuseliereenheden in de eerste linie
zal moeten worden ingezet, terwijl de compagnieën op haar beurt
eveneens maximale frontbreedten zullen moeten bezetten.
V.w.b. eerstgenoemde considerans kan worden opgemerkt dat
de oude vier-indeeling zich uitstekend leende voor den inzet van
■drie compagnieën in eerste knie, één compagnie als bataljons-
reserve deze vendleeling eigende zioh voor het innemen van een
breed front, terwijl de daarbij ontstane krachtsverhouding tusschen
eerste en tweede linie in algemeenen zin voor een verdediging
om tijdwinst gunstig moet worden genoemd.
De huidige drie-indeeling geeft ten aanzien van den inzet in
eerste linie de keuze tusschen twee en drie eenheden.
O.i. is de inzet van twee eenheden in eerste linie zeer goed aan
vaardbaar, met name wanneer het gevechtsdoel en de terrein-
omstandigheden het bezetten door vuur- en door stootkracht
van een meer achterwaarts gelegen terreingedeelte noodig of
wenschelijk maken. Voorgeval het terrein een breede opstelling
van de voorcompagnieën begunstigt en de gevechtsopdracht van
het bataljon toelaat dat het .grootste gedeelte van 'de mitrailleurs
kan worden bestemd voor rechtstreekschen steun aan de voor
compagnieën en voor het bestrijken van eventueel niet-bezette
terreingedeelten, komt men immers eveneens tot een gunstige
krachtsverhouding tusschen de eerste en de tweede linie. Een
dergelijke, krachtige steun van mitrailleurs aan de voorcompag-
nieën kan worden gegeven wanneer geen of nagenoeg geen mitrail
leurs behoeven te worden aangewezen voor de bescherming van de
vleugels, dus ingeval van aanleuning aan nevenafdeelingen of aan
zeer overzichtelijk c.q. moeilijk begaanbaar terrein, een hindernis
a.a. De derde fuseliercompagnie kan eventueel haar plaats vinden
achter niet-bezette frontgedeelten en op deze wijze dus meewerken
aan de nabij verdediging, althans wanneer daartoe deze compagnie
op betrekkelijk korten afstand van de hoofdweerstandslijn wordt
opgesteld.
De inzet van drie fuseliercompagnieën in voorste lijn heeft het
nadeel dat de bataljonscommandant niet over een bataljonsreserve
234