al eerder gezegd, de landing vormt het eerste contact met den vijand. En zoo ergens, dan geldt hier „de eerste klap is een daalder waard". Welnu dien eersten klap late men niet geven of opvangen door de minst ervaren (reserve-) troepen, doch door de beste beroepstroepen. Zooals nader zal blijken zullen voorts bij kust verdediging de troepen soms vrij ver in de breedte geéchelonneerd kunnen worden opgesteld. Het verband wordt daardoor losser, de invloed van de hoogere commandanten geringer, het beroep op de persoonlijke kwaliteiten en den persoonlijken moed van den soldaat wordt grooter. Dit is alleen verantwoord indien de troep in zijn geheel, en ieder man individueel in hooge mate gediscipli neerd is, ten volle voorbereid voor zijn taak en ten volle bereid op de plaats welke hem is aangewezen, tot den laatsten ademtocht stand te houden. Het hiervoor noodige hooge moreel kan bij beroepstroepen worden aangekweekt door hen allengs met deze gedachte vertrouwd te maken en hen van de noodzaak en het eervolle van die taak te doordringen. Reservetroepen zullen aan deze hooge eischen niet kunnen voldoen, al was 't alleen al omdat ze geen eenheid vormen van menschen die elkaar en het terrein door en door kennen en vertrouwen, tenzij een lange periode van voorbereiding beschikbaar is. Men zal het voor een hardnekkige kustverdediging onontbeerlijke hooggestemde moreel van beroeps- en meer nog van reservetroepen alleen dan mogen verwachten, indien een redelijke kans bestaat dat de vervulling der eigenlijke taak, n.l. het beletten van een vijandelijke landing, met succes zal worden bekroond, zoodat de gevraagde offers niet tevergeefs zullen worden gebracht. Die redelijke kans van slagen kan alleen aanwezig worden geacht, indien voldaan wordt aan de tactische eischen, welke voort vloeien uit hetgeen hieronder nader zal worden besproken. ALGEMEEN BEELD VAN DE LANDING VOOR DEN VER DEDIGER. De vraag zou kunnen rijzen of de doelstelling van de kustverde diging, zooals die in de defensiegrondslagen is aangegeven, op de organisatie van de verdediging van het kustfront van invloed is. Indien de verdediging bijv. wordt ingesteld op het afslaan van landingsdivisiën van kruisereskaders, kan dan niet met belangrijk minder en eenvoudiger middelen worden volstaan dan wanneer een expeditionnaire troepenmacht kan worden verwacht Het antwoord hierop hangt o.i. meer af van de vraag of hard nekkig dan wel vertragend verdedigd wordt, dan van de vraag met welke middelen de tegenstander wordt verwacht, wat bovendien altijd een speculatieve basis is. Voor de organisatie van de hoofdweerstandsstrook maakt het in wezen weinig verschil of het naderende eerste landingsechelon van kruisers of van transportschepen afkomstig is. Volgende 252

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 40