zijn (gebruik van houwitsers, detailverkenningen gevolgd door juistheidsvuur)de onder het vuur van den verdediger te door schrijden ruimte idikwijls kleiner, en de wapenwerking van den verdediger als gevolg van het geschokte vuurplan meestal geringer zal zijn. Dit alles neemt niet weg, dat men bij een hardnekkige directe kustverdediging sterke reserves in de hand moet hebben, m.a.w. dat aan de verdediging in de diepte niet mag worden getornd, en dus de uitdijing in de breedte beperkt is, tenzij hieraan op andere wijze wordt tegemoet gekomen, bijv. door toevoeging van extra automatische wapens, waardoor de frontbreedte van de hoofdweer- standsstrook eenigermate kan worden vergroot, of door verhoogde mobiliteit van de reserves, waardoor de hoeveelheid troepen in tweede lijn eenigszins kan worden verminderd. Het onderscheid nu tusschien vertragende directe kustverdediging (groote breedte, geringe diepte, zwakke reserves) en hardnekkige directe kustverdediging (vrij normale breedte en diepte, sterke reserves) komt helaas in ons voorschrift niet scherp tot uitdruk king waardoor bij sommigen de idee postvat, dat bij kustverde diging altijd met groote breedte en geringe diepte moet worden gewerkt. Het zal na vorenstaande uiteenzetting duidelijk zijn, dat voor de hardnekkige directe kustverdediging de beginselen voor het verdedigend gevecht, zooals in het A.T.V. II in hoofdstuk IX omschreven, van toepassing zijn. Naar den maatstaf van punt 74 (1) zal dan naar onzen smaak noch het geval a (geringe front breedte en groote diepte) noch het geval b (groote frontbreedte en geringe diepte) aanwezig zijn, doch een tusschenvorm, waarbij de frontbreedte en de vuuruitwerking op zee, hoe belangrijk ook, niet mogen worden opgevoerd ten koste van de o.i. even nood zakelijke diepteverdediging. Een lineaire verdediging is te verge lijken met een ketting, welke niet sterker is dan zijn zwakste schakel, en snel kan worden opgerold. Wel zal het gros van de automatische wapens in de voorste lijn kunnen worden opgesteld doch ook voor de diepteverdediging moeten voldoende automatische wapens beschikbaar zijn om door bestrijking van natuurlijke of kunstmatige hindernissen en bij ontbreken daarvan door een tweede aaneengesloten vuurfront [zie punt 84 (2)] uitbreiding van een eenmaal gelanden vijand te beletten. De stootkracht moet in hoofdzaak worden bestemd voor het uit voeren van tegenstooten en tegenaanvallen op den door de vuur kracht tot staan gebrachten vijand (zie punt 99). Het terrein moet, mede i.v.m. de ligging t.o.v. het te beveiligen strategische object, uitwijzen op welke wijze de verdediging in tweede lijn moet wor den georganiseerd [punt 77 (5)]. Een deel van de mitrailleurs zal moeten worden bestemd voor het op groote afstanden onder vuur nemen van de naderende 256

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 44