Gaan we nu na of het aanbrengen van terreinversterkingen uit een oogpunt van geheimhouding niet ongewenscht moet worden geacht, dan kunnen we deze vraag van verschillende zijden in beschouwing nemen. Wanneer men n.l. de versterkingen in vredestijd wil aanbrengen, kan men 'door het vaststellen van verboden kringen en het omraste ren van bepaalde terreingedeelten trachten te beletten dat buiten- landsche mogendheden van de details der verdediging op de hoogte komen. Dat die verdediging er is, is voor hen dan echter geen geheim. Gezien de uiteenzettingen in den aanvang van dit opstel omtrent het doel der kustverdediging, móét dit o.i. ook geen geheim zijn. Hoe meer wij van de daken uitschreeuwen dat bepaalde kust- gedeelten zwaar verdedigd worden (zie Singapore), hoe beter het o.i. is, want hoe geringer de kans dat op die strategisch zwakke en daarom verdedigde plaatsen -een landing wordt verricht. Is het maken van zoo groote verboden kringen practisch niet uitvoerbaar, dan kan men volstaan met kleinere verboden kringen, welke alleen de belangrijkste objecten aan het onbescheiden oog van spionnen onttrekken. Het feit, dat te midden van een versterkt kustfront enkele kringen verboden zijn, geeft dan echter een belangrijke aanwijzing omtrent de ligging der voornaamste elemen ten van de verdediging. Bovendien geven de niet verboden gedeel ten van het kustfront een inzicht in de voorgenomen wijze van verdediging en in de troepensterkte. Indien die wijze van verdediging en die troepensterkte in juiste verhouding staan tot de uitgestrektheid van het kustfront, is er geen bezwaar tegen dat men hiervan in groote trekken op de hoogte is die wetenschap kan er dan alleen maar toe medewerken de preventieve waarde van het kustfront te verhoogen. Bovendien heeft men het in de hand om door het aanbrengen van meer gevechtsopstellingen dan benoodigd zijn (schijnopstellingen) die preventieve waarde te overdrijven en daardoor, alsmede door het aanbrengen van hindernissen, het element der verrassing tot op zekere hoogte weer in te schakelen, terwijl door zwaardere uit voering van de dekkingen aan het bezwaar van het bekend zijn van de plaats van bepaalde objecten kan worden tegemoetgekomen. Ten slotte kan men het versterken van het tusschenterrein ook achterwege laten, en zich bepalen tot het in vredestijd aanbrengen van die versterkingen, welke wegens haar aard niet uit tijdelijke materialen a.a. na mobilisatie zouden kunnen worden gemaakt (art.ostln., e.d.), en daaromheen verboden kringen vast te stellen. Deze verboden kringen vormen 'dan echter ook weer een aanwij zing, ten eerste dat verdediging van het kustfront in het voor nemen ligt en ten tweede waar de voornaamste objecten liggen. Aannemende dat de tegenstander van de geografische gesteld heid der voor landing in aanmerking komende kuststrooken vol doende op de hoogte is, kan hij dus uitrekenen wat binnen een bepaald tijdsbestek door de troepen met tijdelijke materialen aan 260

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 48