In 1861 werden door den Chef van het Wapen der Artillerie voorstellen gedaan voor de verwapening der Indische Artillerie met getrokken (voorlaad) geschut. Een nieuwe mijlpaal dus in de geschiedenis van ons wapen Uit de periode van dit geschut worde in verband met ons doel slechts gereleveerd, dat in 1874 werd bepaald, dat de mobiele artillerie op Java zou bestaan uit 4 Veld- en 4 Berg-batterijen, elke veld-batterij uit 6 Getr. kanonnen van 8 cm Vd. en iedere berg-batterij uit 6 Getr. kanonnen van 8 cm Bg. en 6 Coehoorn- mortieren van 12 cm. In datzelfde jaar werden in Indië ter beproeving ontvangen een Italiaansch achterlaad-veldkanon van 7,5 cm en een Oosten- rijksch voorlaadkanon van 8 cm, beide van brons. Op grond van de bij de proeven verkregen uitkomsten werd het kaliber van 7,5 cm zeer geschikt geoordeeld voor de Indische Veld-Artillerie en waar nu intusschen bekend was geworden, dat de firma Krupp te Essen stalen achterlaad-vuurmonden van dit kaliber leverde, ging men daar te kijk onder het stellen van eenige bijzondere Indische eischen. Ook voor het berggeschut vond men bij die firma een aanbod in het reeds in Zwitserland ingevoerde berg- kanon van 7,5 cm met stalen affuit. In 1879 volgde een bestelling bij Krupp. In 1884 werden de 4 Veld-batterij en voorzien van het St. Krupp-kanon (later genoemd 7 cm L.A.). In 1887 de 4 Berg-batterijen van een St. Krupp-kanon op een verdeelbare affuitlater genoemd 7 cm K.A. Het oude 8 cm bergmaterieel (voorlaad getrokken) werd georganiseerd tot z.g. mobiel onbespannen geschut van de Ves ting-Artillerie in 1898 werd in die organisatie de 8 cm vervan gen door 7 cm K.A. met handlamoenberrie. In 1894 waren de Coehoorn-mortieren reeds afgescheiden van de berg-batterijen. De organisatie der mobiele artillerie in de eerste 20 jaren der 20ste eeuw. De twintigste eeuw zag de Mobiele Artillerie ingaan met een organisatie van 4 Veld-, 4 Berg-batterijen en 3 zelfstandige secties Berg-Artillerie, onder het z.g. Commando Veld en Berg- Artillerie te Banjoe-Biroe. De 4e Berg-batterij bevond zich toen op Atjeh, de 3 zelfstandige secties waren gelegerd resp. te Padang, Fort de Koek en Makassar de overige Bereden Artillerie lag op Java als zelfstandige batte rijen, behoudens dat op Batavia de le Berg-Batterij en de le Veld- Batterij tot een Korps, de z.g. Divisie waren vereenigd en de 2e en de 4e Veld-Batterijen de laatste tevens remonte-batterij zijndeonder het directe Korpscommando van den Commandant Veld- en Berg te Banjoe-Biroe gelegerd waren. 265

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1940 | | pagina 53