tot een sterkte van de Artillerie van het Veldleger van 5 a 6
kanonnen per 1000 geweren.
Deze reorganisatie kwam einde 1919 begin 1920 tot stand met
als samenstelling
De bereden Artillerie
Staf te Bandoeng
Ie Af deeling Veld-Artillerie te Weltevreden
He Afdeeling Veld-Artillerie te Tjimahi
Ie Afdeeling Berg-Artillerie te Banjoe-Biroe
3e Berg-batterij te Salatiga
Ie Afdeeling 7 cm L/28 te Malang
Depot der Bereden Artillerie te Tjimahi.
De Mobiele Vesting Artillerie
Staf te Bandoeng
He Afdeeling 7,5 cm L/30 (a.t.) 1) te Bandoeng
Ie Afdeeling 7,5 cm (p.t.) 2) te Weltevreden
le Batterij 12 cm Hw. (a.t.) te Weltevreden
le Batterij 12 cm Mr. (p.t.) te Soerabaia.
De af deelingen bestonden in vredestijd uit twee batterijen, bij
mobilisatie uit te breiden tot drie. De batterijen Houwitsers en
Mortieren zouden zich bij mobilisatie verdubbelen tot afdeelingen.
Totstandkoming van de Regimenten.
In 1921 nam de Volksraad een amendement op de Oorlogs-
begrooting aan voor de invoering bij het Indische leger, voor zoo
ver op Java gelegerd, van het overal elders bestaande Regiments-
en Divisie-verband. De Minister van Koloniën nam dat amende
ment over en in 1922 werd de beoogde reorganisatie door de
Staten-Generaal goedgekeurd. Einde 1922 werd zij tot uitvoering
gebracht en werden de zooeven beschreven mobiele deelen van
de Artillerie-troepen 3) gegroepeerd in twee regimenten als volgt
le Regiment Mobiele Artillerie
Staf te Weltevreden
Ie Afdeeling Veld-Artillerie te Weltevreden
He Afdeeling Veld-Artillerie te Tjimahi
Ie Afdeeling Motor-Artillerie 4) te Weltevreden
He Afdeeling Motor-Artillerie te Soekamiskin
le Houwitser-batterij (a.t.) te Weltevreden.
Auto-tractie.
Paarden-tractie.
3) Na transformatie van een afd. 7.5 cm L/30 met p.t. tot a.t. en van de
Mortier-batterij met p.t. tot een Houwitser-batterij met a.t.
4) 7.5 cm L/30 Sn.
267